De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3041 Van Tielmann Gravius
| |
[pagina 196]
| |
dat jou tot nu toe harder heeft aangepakt dan vroeger het klimaat van Bazel. Als je zin hebt om te volharden in deze verandering van woonplaats, zal dat niet mogelijk zijn zonder enig verlies van comfort, vanwege het prachtige huis dat je in Freiburg hebt ingericht. Maar verlies van wat spullen is minder erg dan verlies van je lichaam. Want spullen die je bij enige gelegenheid bent kwijtgeraakt, of door een ongelukkig toeval, kun je wel weer ergens anders aanschaffen; maar het lijf dat de natuur je geschonken heeft, zo zwak en bevattelijk voor veel ziekten, kan zich niet zo gemakkelijk herstellen tot het niveau van zijn vroegere kracht wanneer het eenmaal begonnen is aan het grote gevecht tegen een ziekte. Hierom zou ik ook graag willen dat jij de uiterste zorg besteedt aan een goede gezondheid voor jezelf. Münster in Westfalen, dat onzalige tehuis van de wederdopers, is veroverd en helemaal geruïneerd. Een of andere overloper heeft de kans geboden voor de verovering en het zaadje gezaaid.Ga naar voetnoot3. Hij overwoog dat zij door gebrek aan proviand al bijna reddeloos verloren waren, zodat ze óf van de honger moesten omkomen óf zich met wapens een uitweg moesten banen óf door zich over te geven moesten proberen genade te vinden bij de vijand. Op zekere nacht is hij om zijn vege lijf te redden uit de stad weggeglipt na een zorgvuldige keuze van tijdstip en plaats, maar wel met toestemming van de koning, tegen wie hij gezegd had dat hij buiten de stad zou zorgen voor iets wat van voordeel en van nut zou zijn voor de hele staat; vervolgens ging hij op weg naar de legerplaats van de vijanden. Toen hij zo dicht genaderd was dat het kamp nog geen steenworp verwijderd was, gaf hij het militaire teken waarmee hij toegang verzocht voor een onderhoud, iets wat hem niet geweigerd is. Zo brak hij uit in een stroom van woorden: ‘Mannen, loyaal en befaamd door uw ervaring in oorlogszaken, de afgelopen dagen overdacht ik in stilte hoe zwaar ik gezondigd heb tegen het militaire recht, omdat ik, al tijden door een eed van trouw gebonden aan uw bisschop en door geen enkele reden of noodzaak gedwongen om zoiets te doen en zonder acht te slaan op het geloof in mijn godsdienst en mijn plicht als militair, schandelijk gedeserteerd ben en overgelopen naar zijn vijanden, heidense sektarische mensen die door de schaamteloosheid van hun leven helemaal verdorven en volstrekt gewetenloos zijn. Beste soldaten, u weet heel goed welke straf ik verdien voor een overtreding zoals ik nu bekend heb. Niettemin, als de bisschop zelf en u samen met hem een daad van clementie jegens mij willen stellen en me niet straffen met het ijzer maar mij al hetgeen ik bekend heb als overtreding van het militaire recht helemaal en van harte willen vergeven, dan zal ik u een sterk advies geven waardoor de stad zich binnen een paar dagen aan de | |
[pagina 197]
| |
macht van de bisschop en van u allen moet overgeven.’ Niemand verzette zich tegen zijn voorstel, maar allen grepen het met beide handen aan. Meteen is hij naar de bisschop gebracht, voor wiens voeten hij op zijn knieën viel en hetzelfde vertelde wat jij nu net gehoord hebt; zowel de bisschop als zijn bevelhebbers besloten met graagte zijn advies op te volgen. Wat is er toen gebeurd? Onmiddellijk werden voorbereidingen getroffen voor de komende aanval. Uit de verschansingen (dat waren er zeven) zijn door loting 35 personen gekozen om als samenzweerders met de overloper een weg uit te stippelen om binnen de muren te komen. De zaak is begonnen op de feestdag van St.-Jan de Doper, om elf uur 's nachts, het tijdstip waarop de overloper gezegd had terug te zullen keren. Stiekem staken zij grachten en wallen over, beklommen het bolwerk en vonden alle schildwachten die ze onderweg ontdekten in diepe slaap verzonken. Ze sneden hun de keel door. De overloper, die sleuteldrager was van de koning, ging in zijn eentje naar degene die tijdens zijn afwezigheid de functie van sleuteldrager had vervuld, en vroeg hem zijn sleutels terug; aldus geschiedde. Hij keerde terug naar zijn maten, die vol animo op hem gewacht hadden. Deze groep van 35 man werd spoedig gevolgd door driehonderd soldaten met één vaandel, langs dezelfde weg als die de 35 eerder genomen hadden. Toen de rest van het leger, zoals afgesproken, meteen volgde om de stad binnen te komen door de poort die de overloper geopend had, bezetten die driehonderd onder luid geschreeuw samen met die enkele anderen die al genoemd zijn eerst de hoogstgelegen kerk, waarin zich de beste kanonnen bevonden, en vervolgens de markt, om de wederdopers geen kans te geven de strijd te hervatten. Er werd van onze kant stevig gevochten en de beste aanvoerders en dapperste soldaten gingen naar de stadsmuren. Tegen alle mannen is genadeloos opgetreden, ook nog na drie, vier dagen tegen de vele die zich verborgen hielden in schuilhoeken van gebouwen. In het hete vuur van de strijd kregen de soldaten geen tijd om te denken wat de in het kamp achtergelaten troepen aan het doen waren of waar die bleven. Toen die de stad naderden zagen zij dat de hangende poort neergelaten was: misschien was dit bewerkstelligd door een of ander mechaniek dat verborgen zat boven de poort. Daarom kregen zij het vermoeden dat hun maten die zich in de stad bevonden, ten gevolge van verraad omsingeld waren. Het gevecht in de stad duurde van elf uur 's nachts tot het negende uur van de volgende dag. Toen de onzen onderhand door het lange gevecht doodmoe waren en een heldere hoop op een overwinning zagen gloren, stuurden ze eindelijk een groepje soldaten op weg om snel de poort te gaan openen. De vaandeldrager klom boven op de muur en door het vaandel te hijsen en hard te schreeuwen wist hij de aandacht te trekken van de soldaten die zich in het kamp bevonden, maande hen zich te haasten en | |
[pagina 198]
| |
schreeuwde dat ze de overwinning in handen hadden. Snel kwamen ze allemaal aangerend, even dicht opeen als een zwerm bijen die in kolonnes uit zijn korf stroomt. Met grof geweld stormde men de huizen binnen, waarin het merendeel van de wederdopers zich nog schuilhield. Tegen de vrouwen is alleen 's nachts tijdens de eerste aanval genadeloos opgetreden, vooral tegen degene die meeverdedigden. De lelijke vrouwen zijn weggejaagd, maar de mooiere werden apart gehouden, waarschijnlijk om de lusten van de overwinnaars te stillen. Soldaten: je kent de soort! De koning is gevangen genomen,Ga naar voetnoot4. en ook Knipperdolling, zijn rechterhand, geboren en getogen in Münster, waar hij tijdens de belegering niet slechts één echtgenote had maar meer, en ook nog zijn kinderen, een man die - zoals ik van velen gehoord heb - vanaf het begin van zijn volwassen leven al een zeer wreed karakter had en die door zijn natuur gemaakt en gevormd was om permanent onrust te stoken. De koning had plusminus vijftien echtgenotes; evenzo alle anderen, en wel ieder meer of minder al naar gelang zijn rang, gezag, eer en naar de schittering van zijn rijkdom. Wat voor straf die twee opgelegd zal worden is nog niet zeker. Ik voor mij vind: zij verdienen een buitengewone straf, om voor anderen een voorbeeld ter afschrikking te zijn opdat voortaan niemand meer een soortgelijk complex van misdaden begaat. Nu zitten ze nog in de boeien, maar niet lang meer. Bernhard Rothmann, de doper die te Münster de wederdoperssekte propageerde, is niet gevonden, noch tussen de lijken noch (naar ze zeggen) elders. Ze denken dat die windbuil heeft weten te ontkomen door zwarte kunst: daar is hij heel goed in, zo zwetst het volk. De een zegt dit, de ander dat, en soms veranderen ze van mening. Tussen cavalerie en infanterie ontstond grote onenigheid en ruzie over het verdelen van de buit. Aanvankelijk zag de situatie er slecht uit, maar door het gezag van de vorsten is het meningsverschil uiteindelijk bijgelegd. Iedere infanterist kreeg voor zijn aandeel in de buit achttien Embdense guldens, bovenop zijn soldij; hoeveel de ruiters ontvangen staat nog niet vast, maar minder, denk ik. Het grootste deel van de gewone soldaten is in alle vriendelijkheid ontslagen, en vervolgens in dienst genomen door de hertog van Holstein. De bisschop heeft slechts achthonderd soldaten voor zichzelf in de stad gehouden. Nu heeft hij boeren in dienst om te graven: aan de stadskant waar een erg groot deel van de stad ondanks de vestingwerken van buiten af zichtbaar is, zijn zij aan het graven om er een fort te bouwen. Enkele dagen geledenGa naar voetnoot5. vond in de stad Neuss een vergadering van vorsten plaats, oftewel een zogeheten landdag, waar ook onze aartsbisschop | |
[pagina 199]
| |
aanwezig was,Ga naar voetnoot6. de hertog van Kleef etc. met zijn zoon, en de bisschop van Münster. Zij hebben er overlegd over de beste manieren en middelen om onze godsdienst, die in Münster helemaal uitgeroeid was, weer tot leven te wekken en tot bloei te brengen; vervolgens over de wijze waarop de chaotische inrichting van de hele samenleving in die stad weer in de vroegere stevige staat en kracht teruggebracht moet worden. Als onze aartsbisschp en de hertog van Kleef de wederdopers niet recht in hun gezicht zo krachtig weerstand hadden geboden, hadden we hier nu overal het ellendige gezicht van deze vervloekte ketterij. Het feit dat heel wat vorsten, machtsblokken, steden en staten van het keizerrijk met geldelijke bijdragen de bisschop van Münster uiteindelijk te hulp geschoten zijn, hiervoor hoeven wij geen mens te bedanken dan alleen onze aartsbisschop, die hen zo ver heeft gekregen door tijden lang dag en nacht te paard overal heen te rijden zolang hij zag dat het noodlot dreigde toe te slaan. Zo heb je nu de hoofdzaken over de mensen in Münster: alles opschrijven zou veel te ver voeren. Een paar dagen geleden hebben troepen van Lübeck zonder succes gevochten tegen de hertog van Holstein.Ga naar voetnoot7. In dat conflict hebben zij evenveel infanteristen verloren als er dienen onder negen vaandels. Ook ongeveer driehonderd ruiters zijn gesneuveld, onder wie een graaf van Teckelenborg, kanunnik van het kathedrale kapittel hier bij ons, en een andere graaf, van Hoya, en tevens verscheidene andere edellieden, minstens veertig, zegt hier een hardnekkig gerucht. In die tijd hebben ze ook nog op zee om en nabij de acht grote oorlogsschepen verloren die volledig uitgerust waren met veel kanonnen en al het oorlogstuig dat nodig is voor een zeeslag. Nog steeds heb ik geen wijding ontvangen. Ik heb wel een klein beneficie in onze kerk in Keulen, dat tamelijk mager en droog is: twee jaar geleden heb ik dat verworven. Als de ongelukkige toestand van deze tijd me niet zou afschrikken, en ook het gedrag van velen, die met een bepaalde gerichte kwaadaardigheid priesters alle heil toewensen maar dan zo dat ze liefst willen dat hun lot allerberoerdst zal zijn, dan had ik me waarschijnlijk al lang laten wijden. Maar omdat die lieden, die met gerichte actie en fanatiek het welzijn van priesters belagen, me van deze stap afhouden, ben ik nog steeds aan het twijfelen en zit ik als het ware vast in de modder. Als jouw wijsheid mij enig | |
[pagina 200]
| |
goed advies weet te geven, het advies dat volgens jouw inzicht echt behulpzaam is bij het omarmen of afwijzen van het priesterschap, zal ik als je belangrijkste en grootste vriendendienst opvatten dat jij op dit gebied een bijdrage levert aan mijn gezondheid en mijn geluk. Die Gaspar die jij me zo vriendelijk en liefdevol hebt aanbevolen, zal van mij dezelfde gunsten en vriendendiensten krijgen als was hij op enigerlei wijze een bloedverwant van me.Ga naar voetnoot8. Ik heb de jongeman vriendelijk ontvangen en hoffelijk weer laten gaan, met de afspraak dat hij terug mocht komen zo vaak hij wilde om gebruik te maken van mijn ijver, belangstelling en inspanning voor datgene wat jouw waardigheid mij verzocht heeft. Jouw brief heb ik aan Heresbach laten bezorgen.Ga naar voetnoot9. Hij bevindt zich vandaag met de jongere vorst aan het hof in Düsseldorf en stuurt op zijn beurt mij het pakketje brieven dat hierbij gaat.Ga naar voetnoot10. Men moet erg bedroefd zijn over het ellendige lot van de bisschop van Rochester en van Thomas More. Ongetwijfeld heb jij er schriftelijk bericht over ontvangen of is de gevleugelde faam ook ginds al geweest, want die is altijd snel met het brengen van droevig nieuws. Fisher leunde op een stok tijdens zijn laatste tocht, toen hij naar de plaats van terechtstelling gebracht werd. De hoofden van beiden zijn op staken gestoken en opgesteld op de brug van Londen, als schouwspel voor het volk. Nergens in het koninkrijk kan men veilig de vraag stellen waarom die goede mannen de doodstraf hebben gekregen. Er is ook wreed opgetreden tegen een stuk of vijftien kartuizers: sommige zijn op de brandstapel verbrand, andere onthoofd op het hakblok. Dit vertelde Arnold Birckmann me, die zich in Engeland bevond terwijl dit gebeurde en het deels ook zelf heeft gezien. Groet alsjeblieft allerhartelijkst van mij Hieronymus Froben. Het ga je goed, mijn beschermheer en hoogste leraar en driewerf de grootste! Uit Keulen, 17 augustus van het jaar des Heren 1535 De meest toegewijde dienaar van jouw waardigheid, Tielmann Gravius, alias a Fossa Aan de zeer beroemde en veruit belangrijkste voorganger van de letteren van deze tijd, Desiderius Erasmus van Rotterdam, zijn eeuwig eerbiedwaardige meester en beschermheer |
|