De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3037 Van Conradus Goclenius
| |
[pagina 188]
| |
re bejaarde heer, bij wie hij twee volle jaren gediend heeft, met veel lof. In een onzekere zaak als deze moet ik en kan ik geen garanties geven over de uitkomst.Ga naar voetnoot3. Maar als hij niet aan jouw verwachtingen beantwoordt, mag je hem naar eigen inzicht wegsturen wanneer je wilt. Want ik heb geen contract met hem gesloten maar alles volkomen aan jou overgelaten. Om te zorgen dat hij meer lust had om de reis te ondernemen heb ik hem reisgeld gegeven, zo veel dat hij daarmee ook weer naar huis terug kan komen als jij eventueel al een andere dienaar naar je wensen geworven hebt. Zonder probleem had ik wel iemand kunnen vinden die beter thuis was in Latijn, Grieks en Hebreeuws, maar voor het werk bij jou leek deze jongeman me meer geëigend. Als jij voornemens blijft om niet één dienaar maar meer dienaren te zoeken, zoals je in je tweede brief zegt, dan is er nu een Hollandse jongeman voorhanden die goed thuis is in Latijn en Grieks en die bereid zal zijn jou bij je wetenschappelijke werk van dienst te zijn.Ga naar voetnoot4. Ik wacht af wat jij ervan vindt, en ik zal alle moeite doen jouw wens te vervullen. Tot zo ver over bedienden. Nieuwtjes over wat hier is gebeurd zul je verder wel van deze dienaar krijgen.Ga naar voetnoot5. De hoofdzaken zijn de volgende. Onze universiteit heeft dit jaar veel aanzienlijke personen verloren. In april is Jan Stercke uit Meerbeek overleden, eertijds president van ons Busleydencollege; in juni Nicolas Coppin, die als deken opgevolgd is door Ruard Tapper uit Enkhuizen en in zijn prebende, zoals dat heet, door Jan Driedo uit Turnhout. Noodlottigerwijs heeft deze er niet lang van kunnen genieten want zelf is hij op 4 augustus bevrijd van alle mensenzorgen; Jacobus Latomus heeft zijn plaats ingenomen, uit Kamerijk teruggeroepen via een verhoging van zijn prebende. Zo zal het bestuur van de afdeling theologie vanaf nu berusten bij twee nauw verwante zielen, namelijk Latomus en Ruard Tapper. De sekten tellen intussen niet minder aanhangers, hoewel ze zich uit vrees op de meeste plaatsen heel rustig houden. Na de verovering van Münster lijkt het gif van die besmette mensen eerder teruggedrongen door die gruwelijke straf dan uitgeroeid. Want hoewel het vuur van de wederdopers flink afgekoeld is, zit alles nog helemaal vol met sacramentariërs. In dit verband heeft | |
[pagina 189]
| |
Quirinus Hagius, jou wel bekend, een poging gedaan om bij enige aanzienlijke heren van Holland ernstige ontstemming jegens jou op te wekken.Ga naar voetnoot6. Want bij een groot feestmaal (waarbij aanwezig waren Vincent Cornelissen, Abel van Colster en Joost SasboutGa naar voetnoot7.) heeft hij het bestaan om, toen er geklaagd werd over het verval van de godsdienst, te beweren dat jij het altijd eens bent geweest met Oecolampadius. Omdat dit iedereen absurd voorkwam, vooral omdat jij je eigen mening op wel meer dan één plaats gegeven hebt, voegde hij er nog iets uiterst giftigs aan toe: dat alleen je huisgenoten jouw echte mening kunnen kennen, want zij horen je vrijuit praten en niet vanuit boeken, die zich schikken naar de omstandigheden; maar binnenkort zou jij ook openlijk gaan verkondigen wat je heimelijk vindt, beter gezegd, je hebt dat al verkondigd als men jouw boeken, speciaal De sarcienda Concordia, aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpt. Ik heb dit allemaal gehoord van je vriend Nicolaas Kan, tot mijn grote verdriet; toen die een dag of zestien geleden op zijn reis even bij mij kwam, smeekte hij me om deze schurkenstreek van Quirinus uit zijn naam aan jou door te brieven; dan kun jij desgewenst de wond die hij jou heeft toegebracht zonder dat jij dat wist, met een passend middel genezen. Frans van der Dilft, die in de afgelopen winter door de artsen opgegeven was, door zijn naasten al werd bejammerd en ternauwernood niet begraven,Ga naar voetnoot8. is op een of andere manier toch weer tot leven gekomen, en niet alleen tot leven gekomen maar ook op 20 juli in het huwelijk getreden met een jonge vrouw die jaarlijks een bruidsschat ontvangt van bijna tweeduizend gulden. Maar dit heb je waarschijnlijk van hemzelf al vernomen. Ik heb de jongeman die nu bij jou is niet naar Erasmus Schets gestuurd om te vragen of hij soms iets naar jou gebracht wilde hebben: vier dagen geleden hebben de heren Olaus en Lieven mij in Brussel een brief laten zien door Schets aan hen gericht, waarin hij schreef dat hij op het punt stond een eigen zaakvoerder rechtstreeks naar Bazel te sturen en een brief aan jou te schrijven en dat hij ook voor de brieven van hen zorg zou dragen.Ga naar voetnoot9. Dit aanbod namen zij liever aan omdat ze niet genoeg tijd hadden om een brief te schrijven tijdens mijn aanwezigheid daar; want koningin Maria stond klaar om met het hele hebben en houden van haar hof op weg te gaan om Eleonora, de koningin van | |
[pagina 190]
| |
Frankrijk, te ontmoeten: zij zouden te Kamerijk bijeenkomen, naar men zegt alleen voor een beleefdheidsbezoek en om te zorgen dat tussen de gezusters een zusterlijke vriendelijkheid in stand zou blijven.Ga naar voetnoot10. Maar sommige mensen zijn van mening dat al het geld dat besteed gaat worden aan show en overdaad, beter bewaard had kunnen worden voor noodzakelijke staatsuitgaven, of voor het onderhouden van de soldaten die geworven zijn tegen piraat Barbarossa en de Afrikanen, vooral omdat nog onzeker is wie zal winnen.Ga naar voetnoot11. Maar de liefde voor de koningin won het van de adviezen van anderen, en er is nagenoeg niemand in de hogere kringen die niet liever in een goed blaadje staat door zijn vleierij dan een besmeurd blazoen te dragen door de waarheid te zeggen. De keizer is op 18 juni in Afrika geland, heeft zijn kamp opgeslagen tussen de ruïnes van het oude Carthago en blokkeert nu te land en ter zee de nauwe toegang tot het meer dat zich over een lengte van twaalf mijlen uitstrekt tussen Tunis en de Zee van Afrika. Dit gebied noemt men La Goulette, en als dat eenmaal veroverd is, zal niets meer aan de overmacht van de keizer in Afrika weerstand kunnen bieden, denkt men. Dit zijn berichten uit Carthago van begin juli en met de dag wordt gunstiger nieuws verwacht. Op 2 juli is in Engeland Thomas More onthoofd.Ga naar voetnoot12. De standvastigheid die hij tijdens de rechtszitting en de voltrekking van het vonnis demonstreerde, was minstens even groot als die Socrates in de Oudheid liet zien toen hij door een zeer onrechtvaardig besluit van de Raad van Athene veroordeeld was; een paar dagen vóór hem was de bisschop van Rochester terechtgesteld, tegen wie de woede van de koning alleen maar zo hoog oplaaide omdat hij door de paus gekozen was als nieuw lid van het college van kardinalen. Maar luister naar iets wat elke barbaarsheid te boven gaat. Het hoofd van de bisschop is op een staak gespietst en is dagenlang tentoongesteld, voor aller ogen, maar het raakte - zo werd gezegd - niet alleen niet in verval maar is zelfs object van veel aanbidding geworden. Toen dit praatje zich begon te verspreiden, is het hoofd snel verwijderd. Om nu te voorkomen dat er aan het hoofd van More iets zou zijn waardoor de mensen in bijgelovige verwarring zouden geraken, moet je horen wat voor vreselijk onmenselijks ze gedaan hebben. Ze hebben het drama van Thyestes opnieuw opgevoerd: ze hebben zijn | |
[pagina 191]
| |
hoofd gekookt, dat pas na lange tijd zo zacht geworden was dat het bijna uit elkaar viel, en het toen op een piek gestoken. Drie zaken werden hem ten laste gelegd. Hij weigerde te zweren dat hij, volgens de formule van Luther, geloofde dat de paus geen enkel recht heeft in kerkelijke aangelegenheden, maar dat de koning van Engeland het hoofd is van de Anglicaanse kerk; ook weigerde hij te erkennen dat het laatste huwelijk van de koning volgens de regels gesloten was en dat zijn voormalige echtgenote met recht was verstoten. Ten derde werd hem ten laste gelegd een brief die hij aan Fisher geschreven had met het verzoek dat die zijn gids of zijn metgezel wilde worden om in de strijd ter verdediging van de waarheid dapper te sneuvelen: want hij zelf was bereid daarvoor zijn leven te geven. More bevestigde dat hij dit gedaan had en verklaarde dat hij dat terecht had gedaan. En zo heeft, door een vonnis van de rechters, een eminent persoon het levenseinde getroffen dat ik geschetst heb. Zodra ik meer informatie krijg, laat ik het je allemaal weten. Bij mij is een zekere Thomas Theobald op bezoek geweest; ik verdenk hem ervan dat hij in dienst van de koning in deze streken spion is.Ga naar voetnoot13. Hij heeft me verteld dat Thomas Bedyll jouw jaargelden in ontvangst genomen heeft en naar jou doorgestuurd, en dat er geen gevaar is dat jij wat dit betreft enige schade lijdt. Als hier nog iets anders gebeurt, zal ik het je schrijven via de kooplui die naar Frankfurt gaan. Dus, het ga je heel goed. Op de feestdag van de heilige Laurentius (10 augustus) in het jaar 1535 Je vriend Conradus Goclenius Aan de zeergeleerde voorman van alle schone kunsten, heer Erasmus van Rotterdam. Te Bazel |
|