Aan de hoogedele en zeergeleerde heer Leonhard van Eck, hooggeachte meester en beschermheer, zendt Erasmus zijn groet
Een beetje bang was ik wel, zeer edele heer, dat ik terwille van een vriend een enigszins brutale zaak op me genomen had, maar het is allemaal goed afgelopen. Want al gebeurt er verder niets meer, ik acht het toch een grote winst dat ik bij deze gelegenheid de vriendschap verworven heb van een gecultiveerd iemand; wat mij betreft zal die vriendschap voor altijd blijven.
De inhoudsopgave van Aventinus belooft een verscheidenheid aan onderwerpen, die zeker niet alom bekend zijn. Hij blijkt iemand geweest te zijn van onvermoeibare werklust, die onbekende teksten wist op te sporen. Hij had verdiend langer te mogen leven.
Ik houd van de piëteit waarmee u de herinnering aan uw overleden vriend zo van harte in ere houdt. Wanneer u mij toestuurt wat er verzameld kan worden, zal ik mijnerzijds mijn uiterste best ervoor doen dat zowel zijn geleerdheid als ook uw piëteit doorgegeven zullen worden aan de volgende generaties. Ik zou u graag een uitgebreidere brief schrijven, maar ik ben door een lange ziekteperiode zo verzwakt dat mijn hand slechts met moeite een pen kan vasthouden. Maar wat nu bezuinigd is, zal een andere keer gecompen-