De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3020 Van Caspar Hedio
| |
[pagina 112]
| |
oude dag toewensen, beste Erasmus, die nog zo lang duurt dat, terwijl men niet in duisternis maar wel nachten lang overlegt over het organiseren van een concilie, de goede God jouw jaren zo aanvult dat jij erbij kunt zijn als er een vrije en christelijke vergadering komt waarin de waarheid gehoord wordt omdat alle harten voor God openstaan. Als jij, die uitblinkt in godsvrucht, geleerdheid en levenservaring, aanwezig bent, bevordert dat het algemene welzijn van de kerk: dan zouden door inspanning van jou en van anderen zoals jij die ruzies tussen de kerken tot zalige kalmte gebracht kunnen worden; het zijn ruzies waarin niet alleen de kerkleiders onderling strijden maar ook het kerkvolk verdeeld is (om een gevleugeld woord te gebruiken). Hier valt me die bekende passage uit Vergilius in, terwijl Neptunus de storm tot bedaren brengt, terwijl ‘fakkels en stenen rondvliegen’, als zij dan ineens een man ontwaren die gezag uitstraalt door zijn eerbied en verdiensten, zwijgen zij, etc.Ga naar voetnoot3. Jij hebt dingen geschreven die hulp bieden en die heel lang mee zullen gaan, of het nu gaat over het onderrichten van de jeugd, de organisatie van scholen, welsprekendheid of over ontzag leren hebben voor God. Maar ik vraag ook nog een zwanenzang van jou (wanneer de Ecclesiastes af is): omdat het concilie nog ver weg is en ‘de wetten in oorlogstijd zwijgen’Ga naar voetnoot4. en de huidige oogst misschien nog niet rijp genoeg is, vraag ik je om, voordat je jouw zieltje aan Gods handen toevertrouwt en naar zijn woord in vrede weggaat van hier, jouw eerbiedwaardige ideeën na te laten aan de christelijke wereld en in een tekst die na je dood gepubliceerd kan worden (als het je beter lijkt dat niet tevoren te doen) te getuigen welk plan jou is ingegeven door hem die de geest van advies bezit, om vrede te stichten in de desastreuze situatie van de Kerk. Want als het van beschaving getuigt om weldaden te verrichten voor ondankbare mensen, voor mensen die tegenstribbelen en ook voor wie geen weldaad wil, twijfel er dan niet aan dat er wijd en zijd goedwillende mannen zijn die in tranen vaak klagen tegen God over de rampen van deze gistende tijd. Voor zulke mensen zal zo'n werkstuk van jou uiterst welkom zijn, zij zullen het lezen met bereidwillige aandacht en bereid zijn jouw aanwijzingen stipt op te volgen, heel anders dan dat laatste en nutteloze mensengeslacht bij Hesiodus.Ga naar voetnoot5. Maar, beste Erasmus, waar voert die eerlijkheid van jou mij naar toe? Jij verwelkomt gewoon een brief van mij, en de betrouwbare personen die ik je | |
[pagina 113]
| |
aanbeveel, onthaal jij zo vriendelijk dat ik hier commentaar zit te leveren op deze zo moeilijke kwestie: ik, een jongmens zonder levenservaring, tegenover jou, een oude man wat levenswijsheid en wat leeftijd betreft, iemand die geen aansporingen van een ander nodig heeft; maar ik hoop dat je dit alles goed zult opvatten met jouw liefdevolle waardering ‘die een ander niets aanrekent en alles verdraagt en liefheeft’.Ga naar voetnoot6. Het ga je goed. Je krijgt de groeten van Odoni en Fileno, en ze bevelen zich bij jou aan. Straatsburg, 24 mei [15]35 Caspar Hedio, predikant te Straatsburg, zeer toegewijd aan Uwe Excellentie In Turkije heerst zo'n gebrek aan graan, zegt men, dat de hoeveelheid die een paard kan vervoeren, verkocht wordt voor 18 dukaten. Aan de zeer hooggeachte Erasmus van Rotterdam, zijn zeer dierbare meerdere. Te Freiburg |
|