De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3019 Aan Damiaan van Goes
| |
[pagina 109]
| |
Brussel, Pieter Gillis in Antwerpen en Frans van der Dilft; hier Botzheim, en in april zijn hier ook verschillende oudere mannen overleden. Veel zwangere vrouwen hebben een miskraam gehad. Ik ben door pijn zo vreselijk gefolterd dat ik al een paar slapende gieren wakker gemaakt heb. Ik denk dat jouw duizeligheid inmiddels wel over is. Je moet niet te veel lezen. Je kunt ook veel leren van gesprekken over literatuur. Voor het niet publiceren van mijn kladversie dank ik je en ik verzoek je dat vol te houden.Ga naar voetnoot2. Sigmund Gelenius heeft zijn Aantekeningen bij Plinius aan jou opgedragen; voor de derde keer heeft hij ze gecorrigeerd.Ga naar voetnoot3. Maar hij is veel te veel beïnvloed door een manuscript waarin iemand die niet veel van Latijn wist, naar zijn eigen ideeën ‘verbeterd’ heeft wat hem niet aanstond en ons zo ineens een nieuwe Plinius heeft geschonken. Ik heb hem gewaarschuwd om niet op dat manuscript te vertrouwen maar ik vond geen gehoor. Ermolao heeft het niet aangedurfd de tekst van Plinius te veranderen. Gelenius meent dat hij een prachtige prestatie heeft geleverd, ik denk dat het een onvergeeflijke misdaad is. Mijn Ecclesiastes wordt nu gedrukt; het werk was nog niet gepolijst, maar omdat er dringend om werd gevraagd wilde ik het liever zo dan dat het een postume geboorte zou zijn, want ik weet goed hoe slordig er met het werk van overledenen wordt omgesprongen. Het telt vier boeken. In heel Italië gaan ze tegen mij tekeer in kwetsende pamfletten. In Rome is gedrukt Een verdediging van Italië tegen Erasmus; het werkje is opgedragen aan Paulus iii. De ruzie komt voort uit twee woorden van mij die niet begrepen zijn. Ze komen voor in het spreekwoord Myconius Calvus: ‘net alsof iemand een Scyth erudiet zou noemen of een Italiaan oorlogszuchtig’. Dit leggen zij uit alsof ik de Italianen beledig omdat ik zeg dat ze laf zijn, terwijl met deze woorden Italië juist geprezen is, niet gelaakt. Er bestaan neutrale woorden, zoals ‘eten’, ‘drinken’, ‘praten’, maar ‘vraatzuchtig’, ‘drankzuchtig’ en ‘praatziek’ hebben een negatieve klank. Zo is ‘oorlogszuchtig zijn’ (bellax) niet iets loffelijks maar iets laakbaars.Ga naar voetnoot4. Scythen kijken vanwege hun barbaarsheid en hun wilde aard neer op alle schone kunsten, want zij houden zich alleen bezig met hun wapens. Italianen hechten veel waarde aan filosofie, schone kunsten en welsprekendheid, die de kinderen zijn van de vrede: diametraal te- | |
[pagina 110]
| |
gengesteld aan de Scythen. Je ziet dat dit uitstekende stof is voor een verdedigingsrede. Er is nog een boekje verschenen, met de titel Cicero verbannen en Cicero teruggeroepen uit ballingschap; dit is echter niet een hevige aanval op mij.Ga naar voetnoot5. Cicero wordt daarin met vurige haat verscheurd en nauwelijks verdedigd. Er is ook een ander boek klaar, getiteld Burgeroorlog tussen Ciceronianen en Erasmianen, alsof ik een vijand van Cicero ben.Ga naar voetnoot6. Men zegt dat ook een zekere Dolet iets tegen mij aan het schrijven is. Julius Scaliger dreigt ook met het een of ander. Er zijn wat jongemannen die te onpas lollig menen te zijn en samengezworen hebben tegen de vijand van Italië en van Cicero. Ook ontbreekt het niet aan schurken die stoken, deels uit afkeer van mij, deels om te genieten van andermans waanzin. Zij hebben in Rome een brief verspreid die zogenaamd door mij is geschreven en vol staat met jolige grappen. Ik denk dat je de monnikenlarie van Augustinus Eugubinus wel gezien hebt. Ik lees die dingen niet.Ga naar voetnoot7. Luther publiceert niets meer zonder Erasmus even neer te zetten als ‘papist’ en ‘vijand van Christus’. Die man is gewoon gek en hij heeft een goddeloze haat ontwikkeld. Ik heb de groeten gedaan aan allen voor wie je dat gevraagd had, uitgezonderd Baer, die in Rome zit: we verwachten deze maand zijn terugkeer. Over de donderbus zal Gilbert zelf je schrijven.Ga naar voetnoot8. Als ik in leven wil blijven moet ik me helemaal onthouden van schrijven, zelfs van alle studie. Maar leven zonder contact met de wetenschap en in voortdurende pijn, dat lijkt me echt geen leven. Maar het is de Heer, in wiens hand wij allen ons bevinden. Over de corrupte Pliniustekst heb ik die opmerking gemaakt om te voorkomen dat jij het goed vindt dat die auteur opnieuw uitgegeven wordt op basis van datzelfde manuscript: overigens wens ik Gelenius alle goeds toe, zoals hij verdient. Uit een brief van Baer heb ik begrepen dat je een rondreis maakt door Italië.Ga naar voetnoot9. Allerbeste Damiaan, ik wens dat het jou goed en heel voorspoedig gaat. | |
[pagina 111]
| |
Freiburg, 21 mei 1535 Erasmus van Rotterdam, met eigen hand |
|