De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
3001 Aan Johannes Cochlaeus
| |
[pagina 42]
| |
loog van Parijs, maar dat leverde niets op. De pamfletten over Witzel heb ik mondjesmaat geproefd &c.
Ik ben niet bang voor valse aanklachten van jou, Morison, als je me over Erasmus' brieven hetzelfde zegt als wat je voorheen zei over de brieven die More me geschreven had, namelijk dat ze gewoon door mij gefingeerd zijn. Want ik heb hier meer autografen van Erasmus' brieven dan van brieven van More; als het nodig is, kan ik die laten zien. Ik denk dat de koning zeker goed bekend is met Erasmus' handschrift, want die heeft hem zo vaak geschreven. Als de koning dat vergeten zou zijn zullen er heel wat bisschoppen te vinden zijn die in zeer veel brieven die hand gezien hebben. Want er bestaat in de christelijke wereld nauwelijks een volk waaraan Erasmus meer brieven heeft gestuurd dan aan de Engelsen. |
|