De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2999 Van Wigle van Zwichem
| |
[pagina 37]
| |
kort voor is. Toch zou ik je hierover vaker geschreven hebben als ik maar de hand kon leggen op brievenbestellers, om zo in elk geval bij zo'n gelegenheid mijn plicht tegenover jou te vervullen en onze oude vriendschap in stand te houden. Maar ik hoop dat ik hiervoor nog eens een grotere kans krijg: want het is toch ondenkbaar dat de goede almachtige God toestaat dat deze storm steeds maar door blijft razen en dat de geesten der mensen door zulke krasse dwalingen tekeer blijven gaan. Zeker, we zouden al een groot deel van dit probleem opgelost hebben als we Münster weer in onze macht hadden gekregen, dat uitstekend versterkt toevluchtsoord van de wederdopers. Maar die stad is gewapenderhand praktisch niet in te nemen; wat rest is enige hoop dat honger binnenkort een einde maakt aan hun onhandelbaarheid. Ondanks de belegering houden de mensen daar zich zeker niet gedeisd: hun verspieders plegen elke dag gruweldaden, vooral in Holland en in Friesland, waar alles door deze sekten in ellendige verwarring is geraakt. Ook in Wesel en in Deventer hadden de daar ondergedoken wederdopers wrede plannen beraamdGa naar voetnoot2. tegen clerus, gezagsdragers en adel; maar dankzij de goddelijke voorzienigheid zijn deze plannen bijtijds ontdekt. Begin dit jaar was er in het Groningse land een wederdoper, zonder veel opleiding maar, zo geloofde men, van godswege begiftigd met de gave der talen en volgens de boerenbevolking uitermate welbespraakt en goed thuis in de Heilige Schrift.Ga naar voetnoot3. Nadat hij veel mensen tot zijn opvatting had bekeerd en hen opnieuw had gedoopt, groeide zijn zelfvertrouwen en nam hij een afslag naar een ongehoord vreemd soort opvatting: hij ontkende dat Christus de echte Messias was geweest en beweerde dat deze slechts de voorloper was. Aangezien de Messias nog steeds niet gekomen was en nu zeker binnenkort zou komen, moest de weg bereid worden. Vaak zag deze man zich omringd door vurige stralen en dan werd hij volgens zijn eigen woorden ten hemel gevoerd, zelfs naar de derde hemel: soms uitte hij dan wonderlijke klanken, soms ook deed hij wonderlijke dingen. Maar hij heeft ook enkele mannen besneden, wat levensgevaarlijk was, en hij begon joodse brandoffers te brengen: op den duur is hij zo ver gekomen dat hij beweerde zelf de Messias te zijn die al zoveel eeuwen beloofd en verwacht was, en nu wilde hij ook aanbeden worden. Toen is zijn bedrog doorzien, zijn duivelse leugen. De burgers van Groningen zijn in groten getale eropuit getrokken om die Messias te grijpen en hebben de hele goddeloze bende uiteengedreven. Maar terwijl ze de nieuwe Messias gevangen namen, in de boeien sloegen en met zich meevoerden, was er in de lucht een ijzingwekkend geraas te horen; zo kwam men er uiteindelijk achter dat de man van duivels bezeten was geweest. Niet veel later | |
[pagina 38]
| |
is hij in de kerker gestorven. Het volk verzint van alles over hem, maar wat ik hier heb verteld, heb ik vernomen uit de mond van betrouwbare mensen. Deze sekte van wederdopers produceert elke dag nieuwe gedrochten van opvattingen. Als die ideeën ingang vinden, is de complete ondergang ophanden van godsdienst, letteren en van de hele beschaving. Maar de vorsten verlenen nog steeds standvastig bijstand aan mijn bisschop.Ga naar voetnoot4. Aangekondigd is een vergadering te Worms na Pasen, vooral belegd om oproer van de wederdopers het hoofd te bieden.Ga naar voetnoot5. Ik geloof dat ik daar uit naam van mijn bisschop ook heen ga, samen met nog meer afgevaardigden. Als dit het geval is zal ik je vandaar een brief schrijven, dat beloof ik; sta mij dan anderzijds toe dat ik zo nu en dan mag genieten van een brief van jou: die heb ik zo lang al moeten ontberen, tot mijn grote zorgen en verdriet. Het ga je goed! Dulmen, 26 februari 1535 |
|