De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 314]
| |
2200 Aan Maximiliaan van Bourgondië
| |
[pagina 315]
| |
bij hem meer verborgen zit dan hij bij de eerste aanblik laat zien.Ga naar voetnoot4. Al vele jaren heb ik groot voordeel van hem gehad en nauwelijks een ander ontmoet die mij met meer toewijding of genegenheid heeft gediend. Bij het wetenschappelijk werk is hij zo hard als staal; vandaar dat de arts Hubert van Baerland hem de muilezel van MariusGa naar voetnoot5. placht te noemen. Wat ik als het meest kostbaar beschouwde heb ik hem zonder gierig te zijn geschonken. Omdat ik niet veel geld heb, kan ik niet vrijgevig zijn hoewel hij naar mijn mening over mijn vrijgevigheid niet hoeft te klagen. Voor een blijvend inkomen zoals een rijk priesterambt of een functie aan het hof kan ik hem behalve een aanbeveling niets geven. Daarom vraag ik je met klem om de vorst van Veere,Ga naar voetnoot6. jouw vader, van tijd tot tijd in je brieven op Talesius te attenderen. Neem van me aan dat je deze weldaad zult bewijzen aan een jongeman die het verdient en daarvoor dankbaar zal zijn. Als hij je teleurstelt - ik weet zeker dat het niet zal gebeuren - heb je mij als waarborg. Ik hoop dat het uitstekend met je gaat, zeer illustere jongeman. Jouw PronuntiatioGa naar voetnoot7. die door mij is herzien en enigszins aangevuld, wordt opnieuw gedrukt. Freiburg im Breisgau, 21 juli ad 1528 |
|