De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2192 Aan Anton Fugger
| |
[pagina 290]
| |
bij Jupiter op de drempel staan, vreugde met droefheid en droefheid met vreugde mengt, bestuurt namelijk op deze manier het leven van de mensen. Wie had uit Augsburg zo'n oprechte, enthousiaste en welwillende vriend verwacht? Want wat ademde uw briefGa naar voetnoot2. anders dan uw buitengewone genegenheid voor mij hoewel ik tot nu toe zelfs niet in geringe mate mij voor u verdienstelijk heb gemaakt? Hoe aangenaam was, denkt u, uw zo evidente vriendelijkheid? Daarom beleefde ik, neem dat van me aan, aan uw brief veel meer genoegen en troost dan wanneer iemand mij over een rijke prebende had bericht. Volkomen terecht schreef de meest wijze van de koningen immers dat niets zo dierbaar is dat het met een oprechte vriend te vergelijken valt.Ga naar voetnoot3. Ik heb toen in mijn hart heel wat meer vreugde gevoeld omdat u zo vriendelijk uw welwillendheid liet blijken en ik daarvan geen gebruik had gemaakt - hiervoor was ik u echter niets minder verplicht en nam ik die verplichting graag op me.Ga naar voetnoot4. Toch deed het mij genoegen dat er van de middelen van een vriend niets was verdwenen en dat ik hem weliswaar verplicht ben, maar dat deze verplichting minder dwingend is. Want iedereen die een weldaad ontvangt, aanvaardt tegelijk met de weldaad de zorg om zijn dank te betuigen. Maar voor edele geesten is niets aangenamer dan vrijheid. Ook toen maakten enkele gedachten mij trouwens onrustig omdat ik uitkeek naar de manier waarop ik duidelijk kon maken hoeveel waarde ik aan uw sympathie voor mij hechtte. Daar kwam nog bij - wat ik niet alleen van onze vriend Nachtgall vernam - dat u voor de letteren en de beoefenaren daarvan als een belangrijke mecenas fungeert. Dat zou u niet doen als u niet een voortreffelijk iemand was en niet een geest had die boven uw rijkdom uitsteekt. Trouwens een allerminst blind toeval heeft die bij u in rijke mate vergaard als u hem toch aan het toeval en niet eerder aan uw ijver en wijsheid te danken hebt. De vader van Vespasianus werd geprezen omdat hij wat hij op een verkeerde manier had verworven, uitstekend gebruikte.Ga naar voetnoot5. Hoeveel meer lof verdient u, Anton, omdat u wat de gunst van het toeval u toewierp of uw toewijding tot stand bracht, zo goed gebruikt? Het getuigt ook van uw bijzondere wijsheid dat het uw grootste zorg is dat uw kinderen, als u ze ooit krijgt of adopteert, al van jongs af aan in vroomheid en de meest edele vakken onderricht krijgen. U wijkt daarbij sterk af van de opvatting van bepaalde lieden die denken | |
[pagina 291]
| |
dat ze aan de genegenheid jegens hun kinderen verder niets zijn verschuldigd, als ze hun maar rijkdom hebben bezorgd. Natuurlijk beseft u dat er een soort rijkdom bestaat met meer glans waar het toeval geen enkele aanspraak op maakt omdat hij in de geest is opgeborgen. Daarom bent u niet van mening dat uw kinderen werkelijk rijk zijn, als ze niet met dit soort bezittingen rijk zijn gemaakt. Toen ik door dit alles werd aangespoord om zo niet mijn dank te betuigen, dan toch in ieder geval te verklaren hoe door en door ik uw verheven en edele hart kende en hoe innig ik het liefhad, kreeg ik een tweede briefGa naar voetnoot6. van u die veel vriendelijker en hartelijker was dan de eerste. Ik dacht dat ik uitmuntend behandeld zou worden als u in al uw vriendelijkheid mijn verontschuldiging had aanvaard, want ik had u in een sombere stemming midden in mijn verhuizing geschreven.Ga naar voetnoot7. Voor u, goedgunstig als u bent, was het niet voldoende welwillend te aanvaarden dat ik de gulle gave die u spontaan had aangeboden liever wilde weigeren dan verwelkomen; maar u was zo goed om met een buitengewoon hartelijke brief een eeuwig vriendschapsverdrag met mij te bekrachtigen. En in overeenstemming met uw bijzondere bescheidenheid vraagt u zelfs om iets wat ik in al mijn gebeden zou moeten wensen. Dat zo'n uitnemende beschermheer en, als u dat liever wilt, vriend tot de lijst van mijn vertrouwelingen was toegetreden, was ik zelfs al tot mijn bijzondere bezittingen gaan rekenen. Dit alles was meer dan voldoende voor mijn verlangens, maar voor u in al uw goedheid, zeer illustere Fugger, nog niet. U voegde er een onderpand en handgeld, zoals u het noemt, aan toe ter bevestiging van uw eeuwige genegenheid voor mij - een even smaakvol als kostbaar geschenk dat intussen niet zwijgt; want in een distichon getuigt het van de gevoelens van de schenker.Ga naar voetnoot8. Uit een beker van zo'n vriend zou zelfs water als honingwijn smaken, ook al drink ik al verscheidene jaren noodgedwongen wijn, niet om ervan te genieten want ik gebruik hem eerder als geneesmiddel dan als drank. Toen ik door het paardrijden werd gegrepen en de gewoonte had daarmee de luiheid die mijn lichaam bekroop te verdrijven, stuurden vrienden mij paarden als geschenk.Ga naar voetnoot9. Maar drie jaar geleden hield ik met paardrijden op,Ga naar voetnoot10. niet omdat ik van paarden overging naar ezels, zoals het spreekwoord luidt,Ga naar voetnoot11. maar | |
[pagina 292]
| |
omdat ik op mijn voeten aangewezen raakte. Al meer dan twee jaar echter beleef ik aan wijn geen enkel genoegen omdat ik hem niet alleen heel spaarzaam drink,Ga naar voetnoot12. maar ook zo verdund met water dat met zoethout is gekookt, dat als iemand die er niet aan is gewend hem krijgt aangeboden, hij zou zeggen dat het een medische drank is en geen wijn. Toch zal het mij een genoegen zijn uit uw beker zo niet vocht van de wijnstok, dan in elk geval genegenheid te drinken. Aan de stapel van uw verdiensten voor mij voegt u nog toe dat ik voortaan het recht van vriendschap mag gebruiken en zonder te aarzelen om uw hulp mag vragen wanneer de omstandigheden dit vereisen. Ik aanvaard van harte wat u aanbiedt, maar ik weet niet wat ik u op mijn beurt moet beloven. Als ik in het uitwisselen van geschenken met u wedijver zou ik terecht schaamtelozer lijken dan Marsyas die met Apollo een zangwedstrijd aanging. Ik zie zelfs niet waar een kleine moeite van mij voor u van nut kan zijn. Als u toch iets laat weten of een geschikte gelegenheid zich ergens aandient, zal ik ervoor zorgen dat u beseft dat het Erasmus allesbehalve heeft ontbroken aan de bereidwilligheid van een dankbaar hart. Er blijft nu nog over dat ik met een paar woorden de rest van uw brief beantwoord. Toen ik schreef dat ik door verschillende vorsten op heel aantrekkelijke voorwaarden werd uitgenodigd naar verschillende plaatsen te komen, deed ik dat absoluut niet om u met hun waardigheid of edelmoedigheid te vergelijken. Maar ik wilde u ervan overtuigen dat mijn gezondheid dusdanig was, dat ik haar niet vanwege de schitterende voorwaarden en evenmin om iemand ter wille te zijn aan een lange reis diende bloot te stellen. Ik zou een eerlijke vriend boven alle schatten van koningen verkiezen hoewel het mijn ervaring is dat de keizer en Ferdinand tot nu toe even vriendelijk als grootmoedig voor mij zijn. Hun vrijgevigheid zou mij niet in de steek laten. Maar zoals ik van nature steeds een afkeer heb gehad van de leefwijze aan het hof, zo ben ik nu vanwege mijn leeftijd en gezondheid ongeschikt daarvoor. Zoals gebrek mij niet dwingt omdat ik met weinig tevreden ben, zo verlang ik verder niet erg naar hun welwillendheid. Het jaargeld van de keizerGa naar voetnoot13. wordt al meer dan zeven jaarGa naar voetnoot14. niet uitbetaald; het wordt beloofd, maar niet gestuurd. De situatie aan ons hof is zo dat de functionarissenGa naar voetnoot15. denken dat het goed met hen gaat als ze, wanneer ze geen salaris ontvangen, niet worden gedwongen geld uit te betalen. Vanuit Spanje heeft de keizerGa naar voetnoot16. herhaaldelijk geschreven dat men Erasmus bij wijze van uitzonde- | |
[pagina 293]
| |
ring zijn jaargeld moest uitbetalen. Op grond van een besluit van de Raad antwoordde MargarethaGa naar voetnoot17. dat, als ik naar Brabant terugkeerde, zelfs de gouden bergen van de PerzenGa naar voetnoot18. gereed lagen en niet alleen een bescheiden jaargeld. Overigens is de menigte eisers en ook hun schaamteloosheid zo groot dat het voor mij belangrijker is al wat er aan voordeel valt te behalen te verwaarlozen dan tegen mijn aard in als eiser op te treden. Het jaargeld bedraagt per jaar driehonderd pond in Frans geld.Ga naar voetnoot19. Om kort te zijn lijkt het mij fataal voor het hof van de keizer om steeds geldgebrek hebben. Men zou het een vat van de Danaïden kunnen noemen. Het is niet gering, zoals u heel bescheiden schrijft, maar ronduit koninklijk wat u aanbiedt; zo'n vriendelijke houding zou trouwens, zelfs als u niets aanbood, Erasmus naar uw woonplaats kunnen lokken. Destijds was ik doodsbang dat het verlaten van het nest waaraan ik zoveel jaren was gewend, verkeerd zou aflopen. Maar deze kleine verhuizing verliep veel voorspoediger dan ik verwachtte. Want zij verwijderde het vuil van een langdurige rust, en ik ervaar dit klimaat als zo vriendelijk voor mijn lichaam dat ik het elders nauwelijks weldadiger heb ondervonden. De magistraat van deze stad was mij gunstig gezind, ook voordat koning FerdinandGa naar voetnoot20. mij met zijn brief bij hem had aanbevolen. Er is geen enkel nadeel behalve dat alles hier veel geld kost.Ga naar voetnoot21. Ik leg dat moeiteloos naast me neer, want ik ben een rijk iemand en een filosoof. Daarom heb ik goede hoop dat deze stad voor mij voor altijd EleutheropolisGa naar voetnoot22. zoals men haar noemt zal zijn. Toch zou het mij beter bevallen in een drukke stad te leven. U schrijft dat de zaak van de godsdienst er in uw stad veel beter voor staat dan sommigen hier hadden bericht. Daarmee wens ik niet alleen de stad, maar ook u persoonlijk geluk. Naar mijn mening is bij deze stormachtige gebeurtenissen niets beter dan zaken op een eerlijke weegschaal af te wegen, zodat we niet volledig in het judaïsme en de dwingelandij van bepaalde lieden terugvallen of in anarchie en heidendom belanden, totdat een zogeheten deus ex machina tevoorschijn komt en deze wereldwijde onlusten tot bedaren brengt. Want hij alleen kan deze tragedie een gunstige afloop bezorgen. Kort geleden heb ik u geschreven,Ga naar voetnoot23. maar slechts met een paar woorden. | |
[pagina 294]
| |
U verzoekt mij u herhaaldelijk te schrijven. Als u brieven als deze kunt lezen zal ik het niet zover laten komen, dat u kunt klagen dat ik in dit opzicht mijn plicht heb verzaakt. Moge de Heer Jezus u die onder mijn belangrijkste vrienden uitmunt, met allen die u het dierbaarst zijn in goede gezondheid laten leven. Want ik meet onze vriendschap niet af in maanden of jaren. De omvang van uw genegenheid beoordeel ik naar de manier waarop u belooft dat u aan niemand van de ouden en aan geen enkele vorst voorrang zult verlenen, als het gaat om uw welwillendheid en sympathie voor mij. Ik aanvaard dit, mijn beste Anton, graag als een voorteken en met dit document beloof ik, geef en wijd ik u eveneens mijn genegenheid. Freiburg im Breisgau, 7 juli 1529 |
|