2183 Aan Bonifacius Amerbach
[Freiburg, ca. 25 juni 1529]
Wat je zeg je me nu, mijn beste Bonifacius? Dat het beste deel van mijn ziel mij onberoerd laat? Wat een onvergelijkelijke schat zou ik verliezen, als er iets verkeerds zou gebeuren!
Hier zie ik dat de mensen zich heel weinig zorgen maken, maar ik kan niet iedere zorg van mij afzetten als ik weer aan de voorboden van deze gebeurtenissen denk. Jouw PallasGa naar voetnoot1. zal je geest wat het meest in jouw belang is, ingeven.
Hieronymus Froben bewaart van mijn geld, 198 gouden zonnekronen, elf kronen in testonsGa naar voetnoot2. en veertig kreuzers. Ik neem aan dat je per schip tot aan Neuenburg zult reizen. De rest van de tocht is veilig. Ik zou het op prijs stellen als je dat geldGa naar voetnoot3. meeneemt. De onstuimige strijder HieronymusGa naar voetnoot4. kan van alles overkomen. Als er iets is waardoor je voor die taak terugdeinst, zou ik liever willen dat het geld bij jou of je schoonvaderGa naar voetnoot5. blijft. Ik wens jou, je broer Basilius en je echtgenoteGa naar voetnoot6. het beste toe. Weet dat ik graag bereid ben al wat ik kan voor je te doen.
Het verheugt mij dat je nog niet bent weggegaan.Ga naar voetnoot7. Want iemand had mij bericht dat je dit van plan was. Hieronymus heb ik over het geld geschreven. Als je hem erop aanspreekt, zal hij het je geven.
Je oprechte vriend Erasmus
Aan de hooggeachte doctor in de rechten Bonifacius Amerbach.
Te Bazel