De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2178 Aan István Brodarics
| |
[pagina 251]
| |
erg druk had. Niettemin leek het mij onbeleefd u niet terug te groeten. Weliswaar herken ik mij niet in de prachtige loftuitingen die u mij verleent, maar ik waardeer uw oprechtheid zeer. Dat u een uitzonderlijke vroom en geleerd iemand bent, leid ik ook af uit het feit dat de eerwaarde bisschop van KrakauGa naar voetnoot3. u als een van zijn beste vrienden koestert. Daarom zal ik u niet alleen in mijn lijst van vrienden opnemen, hetgeen naar ik zie voor u, bescheiden als u bent voldoende is, maar ook heel graag uw naam in het register van mijn beschermheren noteren. Met mijn reputatie ben ik al lang ontevreden; laten we aan de goden overlaten hoe het nageslacht over mij zal oordelen. Het gros van de theologen bestudeert de volledige Schrift aan de hand van enkele scholastieke dogma's die het als richtsnoer hanteert, en kent heel weinig waarde toe aan de oude kerkleraren. Wij leren nu dat Christus bij de taak die hem door zijn vader was opgedragen, aan zijn moeder gehoorzaamheid was verschuldigd en dat zijn moeder in overeenstemming met haar gezag hem die nu met zijn vader in de hemel heerst, kan gebieden volgens het bekende vers ‘Laat zien dat u de moeder bent’.Ga naar voetnoot4. Wij leren dat wij het rijk der hemelen te danken hebben aan onze goede werken, zelfs goede werken de condigno.Ga naar voetnoot5. Wij leren dat zelfbeheersing iets heel eenvoudigs is als de mens het maar wil. Wij leren dat het een enorm gevaar voor de kerk is als bij kerkdiensten in plaats van de maagd Maria Christus of de Heilige Geest wordt aangeroepen. Wij leren dat wij om de dood van Christus moeten treuren zoals wij om de dood van een willekeurig iemand treuren. Moge God ons een tweede Ezra sturen om de tempel en Jeruzalem te herstellen!Ga naar voetnoot6. Meer kon ik op dit moment niet schrijven. Het ga u goed. Freiburg, 9 juni 1529 |
|