De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2173 Aan Piotr Tomicki
| |
[pagina 241]
| |
beklagenswaardige ellende voortdurend terzijde hebt gestaan.Ga naar voetnoot5. Moge Hij die alle weldaden van alle vrome mensen met veel rente compenseert, u belonen. Des te meer reken ik erop dat uw sympathie voor mij blijvend zal zijn. Ik verlang niet naar de hulde voor mijn dankbaarheid; het is voldoende als ik naar uw mening aan het verwijt van ondankbaarheid ben ontkomen. Uw familielidGa naar voetnoot6. is tegen de afgelopen winter naar Parijs vertrokken zonder dat ik het hem afraadde of aanraadde. Hij had trouwens zijn bagage al met een koetsier verzonden voordat hij mij om advies vroeg. Toch had ik al lang het vermoeden dat hij dit of iets dergelijks van plan was. Dit zal voor zijn goede manieren tamelijk nuttig zijn geweest, want hij maakte zijn opwachting bij de koningGa naar voetnoot7. en ontmoette verscheidene geleerden.Ga naar voetnoot8. Met de zwaluwen vloog hij naar mij terug om weer als vanouds in mijn gezelschap te verkeren. Maar toen hier grote onlusten leken te dreigen en hij toevallig een reisgenoot had getroffen met wie hij bij mij de tafel had gedeeld, wilde hij liever naar Venetië vertrekken.Ga naar voetnoot9. Ik twijfel er niet aan dat hij er veilig is aangekomen. Ik hoop dat hij met wat zijn voorkeur had, het meest gelukkig is. Wat ik voor hem kon doen zou ik nooit nalaten. In de maand april ben ik met alles en iedereen naar Freiburg im Breisgau verhuisd, een stad die onder de heerschappij van Ferdinand valt. Niet alleen de huidige toestand heeft mij daarheen gedreven, ook de gunstige gezindheid van de befaamde koning Ferdinand nodigde mij daarheen uit. De verandering van nest is voorspoediger uitgevallen dan ik had verwacht en ik ervaar het klimaat hier als veel vriendelijker voor mijn zwakke lichaam. Ik denk dat ik hier heel wat veiliger leef, tenzij er plotseling een stormachtige oorlog ontstaat en alles overhoop haalt - iets waarvoor ik verschrikkelijk bang ben. Het gerucht doet al de ronde dat de inwoners van Zürich de wapens hebben opgenomenGa naar voetnoot10. en naar men zegt heeft het deel van de Zwitsers dat de oude godsdienst niet wil veranderen,Ga naar voetnoot11. met koning Ferdinand een verdrag gesloten. Wat zegt u nu, hooggeachte heer? Zou ik in staat zijn mijn gevoelens voor u te veranderen? Dan zou ik iemand zijn die wilder is dan alle wilde dieren. | |
[pagina 242]
| |
Ik zal ze veranderen, maar in goede zin als ik kan. Ik wens uwe hoogheid zo lang mogelijk een gezond leven toe, zowel voor uw koninkrijk als voor de kerk van Christus. Freiburg im Breisgau, 8 juni 1529 Uw Erasmus van Rotterdam, eigenhandig ondertekend Naar ik hoor gaat GeorgGa naar voetnoot12. die uw brieven hier heeft bezorgd, bij u er prat op dat hij een dienaar van Erasmus is om geld af te troggelen. Na zijn terugkeer hierheen vraagt hij mij er ook om. Hij is zozeer mijn dienaar dat ik, als ik hem toevallig op straat tegen zou komen, hem nauwelijks zou herkennen en hij de moeite niet zou nemen zijn muts af te nemen. Niemand is zo brutaal als hij. Ik misgun hem uw welwillendheid niet. Toch kon ik het niet verdragen dat u nog langer hiervan niet op de hoogte was. Aan de eerwaarde heer Piotr Tomicki, bisschop van Krakau en vicekanselier van het koninkrijk Polen. Te Krakau |
|