De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2165 Aan Emilio de' Migli
| |
[pagina 226]
| |
maar Christus zie ik nergens. Al lang verkeert de wereld in barensnood. Ik hoop dat hij met Christus als vroedvrouw iets goeds voortbrengt! Anders zie ik geen enkele hoop. Zolang het farizeïsme met de kracht van het evangelie strijdt, tiert het heidendom welig. Veel mensen hopen dat het kwaad kan worden verzacht door hen die juist het kwaad hebben veroorzaakt. Maar ik ben bang dat het nog meer verergert. Ik zou willen dat mijn Enchiridion zoveel geleerdheid bevat dat het uw aandacht verdient of zo sterk de vroomheid zou bevorderen, dat u van uw inspanning geen spijt hebt en u zich niet ergert aan de vijandigheid die het teweegbrengt. In SpanjeGa naar voetnoot3. immers heeft de omzetting in de volkstaal een verbazingwekkend rumoer van spechten en kraaien veroorzaakt. Het werk was daartegen niet bestand geweest als het niet de steun van enkele aanzienlijke personen, maar vooral van de keizer had gekregen. De reden waarom zij hun uiterste best doen om te verhinderen dat er iets van mijn geschriften in de volkstaal spreekt, ligt voor de hand. Overal bazuinen zij gepaste en ongepaste dingen over mij rond en heel veel mensen overtuigen zij daarvan. Wat zou er gebeuren als zij niet een proces bij verstek winnen? Als mijn geschriften in de volkstaal spraken, zouden weldra hun meest schaamteloze leugens aan het licht komen. Toch zou er minder vijandigheid zijn als u het voorwoord aan Paul VolzGa naar voetnoot4. weglaat, als u enkele dubbelzinnige woorden die tot laster kunnen leiden, uitlegt en al te krasse uitspraken op een handige manier wijze matigt. We moeten deze hoogst leugenachtige tijd ter wille zijn en waar mogelijk PaulusGa naar voetnoot5. navolgen die alles voor allen werd om allen te winnen. Er is verder geen sprake van dat ik een uitgave van dit werkGa naar voetnoot6. zou willen tegenhouden. Het zou integendeel een vurige wens van mij zijn dat hetzelfde met mijn andere werken was gebeurd, vooral werken die minder vijandigheid opwekken en meer tot vroomheid bijdragen. Daartoe behoren de commentaren op vijf psalmen,Ga naar voetnoot7. de werken Virginis et martyris comparatio,Ga naar voetnoot8. De immensa Dei misericordia,Ga naar voetnoot9. Institutio christiani matri- | |
[pagina 227]
| |
monii,Ga naar voetnoot10. De vidua christiana,Ga naar voetnoot11. en de Parafrases.Ga naar voetnoot12. Persoonlijk zou ik er geen moeite mee hebben een Franse of Nederlandse vertaler aan te stellen.Ga naar voetnoot13. Maar het is een zeldzame vogelGa naar voetnoot14. die in zijn eigen taal zo'n grote prestatie kan leveren. Van de loftuitingen die u mij uitbundig toezwaait, aanvaard ik alleen maar dat u zeer op mij gesteld bent, omdat u in uw oordeel over mij zo blind bent. Wanneer uw werk verschijnt zou u mij een groot plezier doen door mij een exemplaar te sturen, zodat ik ook zelf Italiaans leer spreken. Ik heb grote waardering voor de vaderlandsliefde van Bembo die ook dit sieraad naar zijn Italië, dat hij tot nog toe met zoveel voortreffelijke eigenschappen luister heeft verleend, terugbrengt. Ik vrees dat u deze brief niet kunt lezen. Want ik schreef hem volledig onvoorbereid, zodat u, mijn dierbare Emilio, in elk geval hieruit kunt afleiden hoe warm mijn gevoelens voor u zijn. De rest krijgt u van VincenzoGa naar voetnoot15. te horen die op mij als een vroom en oprecht iemand overkwam. Het ga u goed. Freiburg im Breisgau, 17 mei 1529 Erasmus van Rotterdam, eigenhandig geschreven |
|