De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2145 Aan Anton Fugger
| |
[pagina 175]
| |
munt. Op dezelfde manier had de beroemde koning FerdinandGa naar voetnoot3. mij eerder uitgenodigd naar Wenen te komen; hij beloofde mij jaarlijks vijfhonderd goudguldens zonder van mij een dienst te verlangen. Zoals ik in hem een vorst heb die mijn belangen in alle opzichten steunt, zo zou ik vurig wensen hem in alles ter wille te zijn. Maar ik houd mijn arme lichaam met moeite in goede staat door thuis te blijven en, zoals men zegt, volgens medisch voorschrift en daarom ongelukkigGa naar voetnoot4. te leven. Het is zelfs zo dat ik wanneer ik van kleding of wijn verander, onmiddellijk in gevaar verkeer; er is geen sprake van dat ik denk dat het voor mij veilig is dat lichaam aan een lange reis toe te vertrouwen, zelfs al bestond er geen enkel gevaar voor rovers. Al heel wat jaren ben ik aan dit nest gewend en wordt het mij ook met het Griekse spreekwoordGa naar voetnoot5. verboden een oude boom te verplanten. Het is niet verstandig hier te blijven, niet omdat iemand mij verjaagt, maar omdat degenen die mij slechtgezind zijn en bij elke gelegenheid in een kwaad daglicht stellen, als ik hier langer blijf, dit zo zullen uitleggen alsof al wat hier gebeurt mijn goedkeuring heeft. Als ik dat zou doen, kon ik hier in de gunst leven van degenen die nu de macht in handen hebben. Maar omdat dit, zeg ik, vanwege God en de vorsten wier steun ik ontvang niet veilig of verstandig is, heb ik besloten naar het dichtbij gelegen Freiburg uit te wijken. Wat mij van mijn bezittingen het meest dierbaar was, heb ik al vooruit gezonden.Ga naar voetnoot6. Het stadsbestuur heeft mij daar een heel gerieflijk huis toegewezen dat men ooit begonnen was voor keizer Maximiliaan te bouwen,Ga naar voetnoot7. en beloofde bovendien alle steun. Zelfs koning Ferdinand heeft persoonlijk met een heel sympathieke brief mij bij dat bestuur aanbevolen. Ik zou daar al lang zijn als een of andere misdadige verkoudheidGa naar voetnoot8. mij niet had opgehouden. Als de verhuizing goed verloopt zal ik misschien verder durven uitvliegen. Want omdat ik Bazel moet verlaten zou ik liever verder daarvandaan verwijderd zijn. U schrijft dat in uw woonplaats door de waakzaamheid van een heel dapper en tevens heel verstandig stadsbestuur maatregelen zijn genomen om voor iedereen vrijheid te garanderen. Ik wens uw stad daarmee van harte geluk, hoewel het gerucht zich hier had verspreid dat daar twee of drie kerken aan de Lutheranen en evenveel aan de volgelingen van Zwingli waren afgestaan en vijf voor de rechtgelovigen resteerden. Deze situatie kan voor de stad niet vrij van gevaar zijn. Maar niet zelden is een gerucht vals. Ik hoop | |
[pagina 176]
| |
echter dat de goedertierenheid van de Heer door middel van de waakzaamheid van de vorsten eens een einde aan deze rampen zal maken. Het lijdt voor mij geen twijfel dat u mijn verontschuldiging in gunstige zin zult opvatten; zij is meer gerechtvaardigd dan wij beiden zouden willen. Kon u maar zoals u reisgeld en een jaarlijkse betaling belooft, ook een betere gezondheid geven. Maar wat nu niet mogelijk is, zal misschien ooit een gelegenheid toestaan. In de tussentijd zult u, als er iets is waarmee ik u een plezier kan doen, ontdekken dat Erasmus zo tot iedere dienst bereid is alsof hij al van uw welwillendheid gebruik had gemaakt; het past immers bij een dankbaar hart om al wat iemand van harte wilde geven, als ontvangen te beschouwen. Ik wens dat u met al uw dierbaren van een voorspoedige gezondheid mag genieten. Bazel, 5 april 1529 |
|