De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2132 Aan de lezer
| |
[pagina 140]
| |
Aan de lezerEen liefhebber van de wetenschap was begonnen uit de mimen van PubliusGa naar voetnoot2. en Laberius enkele opvallende Sententiae te verzamelen, want deze twee mimenschrijvers hadden in vroege tijden met dit genre veel roem geoogst; Publius stak echter boven iedereen uit.Ga naar voetnoot3. Maar het is onzeker of deze verzamelaar bij de letter N is blijven steken of dat iemand met het werk heeft geknoeid. Want hierna komt er bijna geen versvorm voor. Ook bij de andere letters zijn Sententiae in proza opgenomen die meestal uit de werken van Seneca zijn geplukt. De verzen zijn jambische senarii of trocheïsche acatalectische tetrameters; jambische tetrameters komen heel weinig voor. Hiervan worden er nogal wat door Aulus Gellius en Macrobius op naam van Publius en Laberius gesteld, sommige worden ook bij Seneca gevonden; allemaal zijn ze wonderbaarlijk misvormd. Ik heb ze grotendeels hersteld. Ik heb dit werkje in CambridgeGa naar voetnoot4. aangetroffen, zorgvuldig op perkament geschreven, met initialen in goud en kleur, maar zwaar verknoeid. Er waren commentaren aan toegevoegd, - lieve hemel, hoe dwaas waren ze! Zij raakten zogezegd kant noch wal.Ga naar voetnoot5. Onder de afzonderlijke commentaren had men een tweeregelige hexameter geplaatst die dezelfde sententia natuurlijk met andere woorden toelichtte, naar ik meen om met zijn rijkdom aan woorden op te scheppen. In dergelijke onzin werden toen ook volwassenen onderwezen, met zulke nonsens werden kinderzielen geplaagd. En ook nu nog zijn er mensen verontwaardigd omdat kennis van de talen en de schone letteren in het lager onderwijs zijn teruggekeerd. |
|