De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2125 Aan Francisco de Vergara
| |
[pagina 121]
| |
geleerde en vriendelijke brief het voortouw hebt genomen. Maar omdat ik je ook rente was verschuldigd, heb ik nauwelijks de helft van het kapitaal terugbetaald. Ik heb namelijk voor goed Grieks in slecht Latijn geantwoord,Ga naar voetnoot5. dat wil zeggen brons voor goud gegeven.Ga naar voetnoot6. Indien jij met al je vriendelijkheid mijn verlangen (voor wat dit waard is) om mijn dankbaarheid te tonen welwillend hebt aanvaard, ben ik hierdoor jou ook weer iets verschuldigd. Toch bevrijd je me niet alleen van mijn schuld, maar je zegt zelfs eerlijk dat je ook bij mij in het krijt staat. Je had geen enkele reden je te verontschuldigen, maar als dit wel het geval was, wilde ik liever dat ik iets had om met recht mijn beklag te doen dan dat jij een goede reden hebt jezelf te verontschuldigen. Wat was dat voor een hardnekkige en gemene ziekteGa naar voetnoot7. die een jongeman, geboren om de wetenschap te steunen, meer dan een jaar aan het bed gekluisterd hield?Ga naar voetnoot8. Ik denk trouwens dat je al lang weer bent hersteld, want jouw briefGa naar voetnoot9. die op 30 juni in Madrid was geschreven, kreeg ik pas in maart. Wij leven hier inderdaad, niet zoals we willen, maar voor zover wij kunnen.Ga naar voetnoot10. Ik vrees dat er onaangenamere gebeurtenisen zullen volgen, als het tot een gewapend treffen zal komen waar tot nog toe het voorspel op te lijkt wijzen. Beide partijen vertrouwen op hun eigen krachten, maar de afloop van de oorlog is ongewis. Moge Christus als een deus ex machina deze tragedie een gelukkig einde bezorgen. Laten we vanaf nu, mijn beste Francisco, niet onderling strijden met het tellen en wegen van brieven, maar met een zuivere genegenheid van onze harten. Als zij sterk en bestendig is doet het er niet zo veel toe hoe kort of sporadisch de brieven zijn die komen, ofschoon ik vurig wens dat onze vrienschap ook deze vrucht zal voortbrengen. Moge de Heer je in goede gezondheid laten leven. Bazel, 17 maart 1529 |
|