De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2124 Van hertog Georg van Saksen
| |
[pagina 119]
| |
een toneelspeler met een masker zodat hij liever hoogstaand en edelmoedig wilde lijken dan dit te zijn. Waarvoor was het anders nodig dat hij bij kwesties die van geen enkel belang zijn overal een aanleiding zocht met u in conflict te raken? En dat hij na het bedenken van beledigingen zo schaamteloos een afspraak maakte en verlangde dat u door een of ander werkje te publicerenGa naar voetnoot3. zou laten zien zijn vriend te zijn? Ik zou u niet willen aanraden de bijlage met uw aanklachtenGa naar voetnoot4. uit te geven. Want hij verdient het absoluut niet dat het nageslacht hem via u leert kennen. Bovendien komen in hetzelfde overzicht veel gebeurtenissen en overeenkomsten aan de orde die haaks staan op wat eerlijk en betamelijk is en die u onwaardig zijn, behalve dat ik overal uw bescheidenheid herken die u gewoonlijk laat zien wanneer u zelfs uw grootste vijanden gunstig probeert te stemmen. Hoewel het vooral mijn wens is u van deze zo oneerlijke strijd te bevrijden en u hiertegen te beschermen, wil ik toch door mijn tussenkomst uw zaak niet verder verergeren omdat ik had gemerkt, dat mijn brief bij hem zo weinig effect had dat hij zich veel driftiger en onstuimiger tegenover u gedroeg dan voordien. Zodoende ben ik niet van plan de man onder welk voorwendsel ook maar naar zijn vaderland terug te roepen.Ga naar voetnoot5. Al eerder heb ik immers niet zonder risico voor mijn goede naam en belangen ondervonden, hoe onveilig het is mensen met zo'n karakter voor openbare functies in te zetten. Ik ben niet uit op zijn ondergang. Maar omdat ik niet bij machte ben hem te genezen ongeacht welke taken hij krijgt opgedragen, is het raadzamer dat ik hem zich met zijn eigen zaken laat bezighouden. Ik denk niet dat u, wanneer ik u serieus om raad vroeg, mij zou adviseren zo iemand bij mij in dienst te nemen. U schrijft dat de partij van het evangelie bij u zo sterk wordt dat u met veel andere rechtschapen mensen aan verhuizen moet denken.Ga naar voetnoot6. Hoewel dit voor mij zeer onaangenaam is te horen en ik zou wensen dat uw leeftijd u toestaat bij ons te kunnen leven, moet u toch, omdat u niet als enige aan zo krenkende beledigingen bent blootgesteld, het leed verdragen dat u met ons gemeen hebt. Want u zou nauwelijks geloven met wat voor onwaardige en onterechte beledigingen Luther mij dezer dagen door de uitgave van een werkelijk emotioneel antwoordGa naar voetnoot7. opnieuw te kijk heeft gezet, tenzij u dit uit | |
[pagina 120]
| |
smaadschriften te weten komt die over en weer zijn geschreven. En omdat ik zie dat deze tijden geesten voortbrengen die niet veel verstandiger zijn, vooral onder lieden van die partij, moet ik alle vergrijpen die in weerwil van mijn waardigheid en verdiensten tegen mij worden gepleegd, gelaten over mij heen laten komen. Daarom moet ik veel, ja zelfs alle tijd besteden aan christelijke naastenliefde en de openbare orde als ik althans met mijn inschikkelijkheid mijn zaak niet zwakker maak. Het ga u goed. Dresden, 15 maart 1529 Georg, hertog van Saksen etc. |
|