De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |
op uw eerste uitvoerige en zorgvuldig opgestelde briefGa naar voetnoot1. heb ik kortaf gereageerd; op uw tweede briefGa naar voetnoot2. die een normale lengte had, was mijn antwoord nog korterGa naar voetnoot3. omdat ik het op dat moment erg druk had; dit is trouwens bij mij altijd het geval. De bezorger van uw laatste brief beloofde dat hij naar mij zou terugkomen, maar hij heeft zich niet aan zijn woord gehouden. Maar na een paar dagen zei een dienaarGa naar voetnoot4. dat hij dezelfde brief aan een of andere priester had overhandigd. Als die mij heeft bedrogen, is er niets nieuws aan de hand: dit is het dagelijkse spel van degenen die zich op het nieuwe evangelie laten voorstaan. Als u me voor de derde keer hebt geschreven weet dan dat ik de brief niet heb ontvangen. In uw tweede brief vermoedde u dat ik onvoldoende had begrepen wat het wilde zeggen dat u op zoek was naar een vrij iemand.Ga naar voetnoot5. Ik twijfelde, zeg ik eerlijk, of u een ongetrouwd persoon wilde of iemand die door deze sekten niet is aangetast. Toch veronderstelde ik dat beide het geval was. Maar ik heb eerder nooit het vermoeden gehad dat deze PeterGa naar voetnoot6. gehuwd is. Zie eens hoe weinig belangstelling ik heb voor de stad waarin een ander leeft.Ga naar voetnoot7. Alberto Pio heeft mij een jaar geledenGa naar voetnoot8. een werk gestuurd dat hij nu in Parijs heeft uitgegeven. Kort daarop volgde de ramp in RomeGa naar voetnoot9. en kon ik niet met zekerheid achterhalen waar Alberto verbleef. Zodoende dacht ik niet over een antwoord aan hem na. Met moeite ben ik eindelijk via brieven van vrienden te weten gekomen dat hij in Frankrijk verbleef. Met een briefGa naar voetnoot10. heb ik hem op het hart gedrukt de uitgave uit te stellen totdat hij mijn antwoord had ontvangen of, als hij dat niet wilde, de kritiek die hij zo weerzinwekkend maar zonder reden tegen mij had vergaard, te matigen. Maar het boek was al verschenen voordat mijn brief in Parijs kwam en pas laat heb ik een exemplaar gekregen. Zodoende besteedde ik vijf dagenGa naar voetnoot11. aan het herle- | |
[pagina 109]
| |
zen van het boek en het opstellen van mijn Responsio.Ga naar voetnoot12. Tevoren had ik al gehoord dat hij het werk niet op eigen krachtGa naar voetnoot13. had geschreven, en in Parijs voegde hij er met hulp van theologen bewijsplaatsen uit de Schrift aan toe. Dat heb ik afgeleid uit een vergelijking met de tekst die hij mij eigenhandig geschreven had toegezonden. Wellicht zal ik een weinig onpartijdige rechter lijken. Desondanks staat dit boek, tenzij ik volslagen blind ben, ver af van het talent en de geleerdheid die ik van Alberto verwachtte. Tegelijk met mijn haastig geschreven Responsio stuur ik u de Vidua Christiana die ik desgevraagd aan Maria heb opgedragen, zuster van de keizer en voormalig koningin van Hongarije. Met dit onderwerp ben ik bepaald niet tevreden omdat ik het ingewikkeld vind en weinig geschikt voor een meisje dat, als ik mij niet vergis, op een huwelijk wordt voorbereid.Ga naar voetnoot14. Toch heb ik papier met woorden gevuld. Maar ik ben benieuwd naar uw oordeel als u tenminste zo vriendelijk wilt zijn tussen uw serieuze studies door deze afleiding op te zoeken. Deze storm is heel onaangenaam op mij overgekomen. Want terwijl mijn lichaam zo zwak is dat ik zelfs niet in het aangenaamste deel van de lente zonder groot gevaar voor mijn leven van wijn, slaapkamer en klimaat kan veranderen,Ga naar voetnoot15. word ik nu in de winter gedwongen mijn nest te verlaten waar ik al bijna acht jaarGa naar voetnoot16. aan gewend ben. Met de kachelsGa naar voetnoot17. kan ik even slecht overweg als met de dood. Toch moet de dobbelsteen worden geworpen,Ga naar voetnoot18. wat de afloop ook moge zijn. Maar om veel redenen is het, denk ik, beter hierover te zwijgen;Ga naar voetnoot19. hier en elders zijn mensen die mij bedreigen. Ik zou degene die het paard van uw vriend PeterGa naar voetnoot20. terugbrengt meer boeken hebben laten meenemen als ik er zeker van was dat hij de last niet zou weigeren. Ik zal het een andere keer doen, als ik merk dat ik u daarmee een dienst bewijs. Moge onze Heer Jezus u met al uw dierbaren beschermen. Bazel, 10 maart 1529 |
|