2106 Aan Pietro Bembo
Bazel, 22 februari [1529]
Hartelijk gegroet. Ik werd, zeer geachte Bembo, door een recente briefGa naar voetnoot1. van de eerwaarde bisschop Jacopo Sadoleto werkelijk van een ernstige zorg bevrijd. Daarin deelde hij mee dat jij lang voordat die storm in RomeGa naar voetnoot2. opstak, een goed heenkomen in Padua als een veilige haven had gezocht en dat je daar tussen de muzen van heel eervolle en aangename vrije tijd geniet. Ook Sadoleto verdiende dit geluk ten volle. En het zou goed uitkomen als zij die twee zielen, één gedachte zijn, ook dezelfde rust zouden delen. Maar de hemelingen hebben anders beslist.Ga naar voetnoot3. Toch denkt hij dat hij met zijn lot geluk heeft gehad omdat het verlies van al zijn middelen, waarvan zijn bibliotheekGa naar voetnoot4. het kostbaarst en hem het meest dierbaar was, met behoud van zijn leven werd gecompenseerd.
Wij worden hier door een storm bedreigd die niet minder is dan die in Rome, want laatstgenoemde roofde rijkdom, maar ons worden zaken ontnomen die voor ieder vroom iemand, zoals het behoort, dierbaarder zijn dan alle geld.Ga naar voetnoot5. Maar ik heb liever dat je deze tragedie uit de mond van deze koerier hoort. Het is Karel Uutenhove, een jongeman die ik door en door heb leren kennen omdat hij bij mij in huis heeft gewoond, en dat voor een lange tijd. In vele jaren heb ik niemand ontmoet die oprechter, bescheidener en een grotere vriend is dan hij. Zijn liefde voor de letteren en zijn verlangen om mensen zoals jij persoonlijk te omarmen hebben hem naar Italië gevoerd. Daarom vraag ik je - iets waarvan ik trouwens weet dat je dat uit eigen beweging zult doen - als hij wat nodig heeft, met je gebruikelijke vriendelijkheid hem met een advies of je gezag te helpen, want aan geld ontbreekt het hem niet. Juist wat ik vraag zou je zonder enig ongemak kunnen doen. Ik hoop dat je het heel goed maakt. Bazel, 22 februari 1528Ga naar voetnoot6.
Erasmus van Rotterdam, een groot bewonderaar van je voortreffelijke eigenschappen, eigenhandig geschreven
Aan de zeer geachte heer Pietro Bembo. Te Padua