2105 Aan Giambattista Egnazio
Bazel, 21 februari 1529
Erasmus van Rotterdam groet Giambattista Egnazio
Degene die naar ik hoop jou deze brief bezorgt, is een jongeman met een heel betrouwbaar karakter, Karel UutenhoveGa naar voetnoot1. uit Gent. Ik ken hem goed omdat hij lange tijd bij mij in huis heeft gewoond.Ga naar voetnoot2. Zijn dorst naar de letteren en zijn verlangen mensen zoals jij die hij als godheden vereert, persoonlijk te spreken hebben hem over een lange en bepaald niet veilige weg naar Italië gelokt. Van hem zul je vernemen wat er zich hier afspeelt. Hij zal je van een nieuwe en ongehoorde tragedieGa naar voetnoot3. vertellen. Wil je alsjeblief zo vriendelijk zijn hem te helpen als hem iets overkomt. Je kunt dat doen zonder dat het je iets of veel kost, want geld heeft hij niet nodig.
Mijn Ciceronianus geeft in ParijsGa naar voetnoot4. bepaalde lieden aanstoot, zelfs zo dat zij Erasmus met beledigende epigrammenGa naar voetnoot5. stenigen. Tot hen behoort naar men zegt onze vriend Lascaris omdat ik Budé met Bade heb vergeleken. Anderen denken dat ik de jeugd ontmoedig Cicero na te volgen hoewel ik al direct in het voorwoord verzeker dat dit heel dwaas zou zijn en dat ik alleen maar kritiek heb op degenen die scrupuleus of op een dwaze manier hun best doen de kenmerken van Cicero's stijl weer te geven. Om te voorkomen dat er ooit onder de mensen enige rust heerst, heeft deze pest zich onder de liefhebbers van de letteren verspreid.
Ik hoop dat je in uitstekende gezondheid verkeert, mijn beste Egnazio. Was het mij maar vergund bij jullie te wonenGa naar voetnoot6. als de hemelingen willen dat ik langer blijf leven, of rustig te sterven. Bazel, 21 februari 1529
Je krijgt de groeten van Beatus Rhenanus, Bonifacius Amerbach en Henricus Glareanus. Laatstgenoemde is gisteren met al zijn spullen naar Freiburg verhuisd.