De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2102 Van Martinus Bovollinus
| |
[pagina 87]
| |
niet om uw, maar eerder om onze zaak. Wij beseffen immers dat uw arme lichaam, dat een gevangenis van uw uitmuntende geest was en nog is, de ouderdom nadert, en we geloven alleen maar dat u als de meest volmaakte wijze naar de bron van onze schepper hunkert en verlangt van aangezicht tot aangezicht te weten te komen wat u in een raadselGa naar voetnoot2. hebt leren kennen. Maar wij, Erasmus, - neem het ons niet kwalijk - hopen dat u nog lang in deze wereld zult verblijven en stellen het belang van het christendom boven uw verlangen. Niettemin vertrouwen wij op de genade van onze Heiland en hopen dat naarmate u langer leeft uw roem en verdiensten sterker toenemen dan de last van de ouderdom. Neem daarom in uw en ons belang uzelf in acht en begeeft u zich naar een woonplaats die voor uw oude dag veiliger is. Wees niet bang, u zult nergens een onbekende zijn, tenzij u wellicht naar mensen aan de andere kant van de wereld verhuist. Ik vraag de almachtige God dat hij uw stad van de onrust bevrijdt, de oproerkraaiers naar het geloof terugbrengt en dat hij iedereen leert in eensgezindheid niet alleen katholiek te zijn maar ook het katholieke geloof getrouw in acht te nemen. Of moge hij anders u daaruit losrukken en u elders in geluk laten voortleven. Vaarwel, sieraad van deze tijd. Wil ervoor zorgen, vraag ik u, dat uw dienaar een kort brieve met uw antwoord krijgt.Ga naar voetnoot3. Uit Sondrio, 15 februari 1529 Jezus Christus Aan Erasmus van Rotterdam, het beroemdst van iedereen. In Bazel |
|