De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2098 Aan Antonio Hoyos de Salamanca
| |
[pagina 80]
| |
verbleef. Diens welwillendheid had ik al lang geleden ondervonden, niet alleen door een briefGa naar voetnoot2. die heel hartelijk was geschreven, maar ook door een of andere dienst die hij mij had bewezen. Mijn vreugde werd verdubbeld door uw brief die naast geleerdheid, wijsheid en een vroomheid die men bij zo'n jonge leeftijd helemaal niet verwacht, ook getuigt van een bijzondere sympathie voor mij, hetgeen ik beslist niet tot het minste deel van mijn geluk reken. Daarvoor ben ik u bijzonder dankbaar en ik zal mijn best doen te voorkomen dat u, edelmoedig als u bent, zoveel gunst aan een volstrekt ondankbaar iemand lijkt te hebben bewezen. Maar ik wens u bijzonder geluk met het feit dat aan uw deugdzaamheid zo'n groot gezag is verbonden, omdat u zich daarmee voor het christendom zeer verdienstelijk kunt maken. Maar veel meer geluk wens ik u met zo'n godsdienstige instelling en uw verlangen zich te te bekwamen in de letteren en de wetenschappen die u geschikt maken de functie waarvoor u bent aangewezen, te vervullen. Want de verschrikkelijke storm die de kerk nu teistert vraagt om uitmuntende stuurlieden die een toonbeeld zijn van zowel geleerdheid als vroomheid. Ik reken erop dat u zo iemand zult zijn. Wat uw verzoek betreft: des te openhartiger zal ik aan uw zeer vrome wens tegemoetkomen voor zover dat op enige manier mogelijk is; want dergelijke personen zoals uwe hoogheid verlangt zijn hier bijzonder zeldzaam. Ik ken slechts één persoonGa naar voetnoot3. die ik aan u zou durven aanbevelen - dat wil zeggen iemand van onbesproken gedrag, hoffelijk, zorgvuldig onderricht in de humaniora, met succesvolle vorderingen in juridische deskundigheid en die helemaal niets te maken heeft met de meningsverschillen die nu aan de eendracht van de kerk schade toebrengen. Over een paar dagen zal hij naar Freiburg terugkeren. U kunt dus zonder dat het u iets kost met deze man een persoonlijk gesprek voeren. Als hij op u met al uw inzicht zo overkomt als hier op juist de beste mensen en niet alleen op mij (ik hoop en vertrouw erop dat het zal gebeuren), zult u eenvoudig met hem een overeenkomst kunnen sluiten. Via hem zal ik je iets uitvoeriger schrijven,Ga naar voetnoot4. want voor meer woorden heb ik nu geen tijd. Intussen wens ik uwe excellentie veel voorspoed toe en hoop dat u Erasmus tot uw meest toegewijde dienaren rekent. Bazel, 6 februari 1529 |
|