De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 15. Brieven 2082-2203
(2017)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2089 Van Pieter Gillis
| |
[pagina 39]
| |
ik gedaan dat hij het terug zou vragen. Maar de minderbroeder weigerde. Want de universiteit van Leuven had hem niet alleen verboden het werk uit te geven, maar ook opgedragen het verborgen te houden. Ik heb allerlei pogingen gedaan, maar zonder resultaat. Haio Herman heeft bijgaande brief van de aartsbisschop van PalermoGa naar voetnoot3. aan jou bij mij achtergelaten. Tot nu toe heeft zich geen geschikte koerier aangediend, want ik had het ook met Erasmus Schets hierover gehad. Daarom heb ik de brief aan de postmeesterGa naar voetnoot4. toevertrouwd; die beloofde plechtig ervoor te zorgen dat je de brief ontvangt. Maar intussen vraag en smeek ik jou, mijn beste Erasmus, voor zover mijn verzoeken bij je enig gewicht hebben, zo vriendelijk te zijn de documenten die ik eigenhandig geschreven en ondertekend hebGa naar voetnoot5. naar mij terug te sturen of mij formeel van de verantwoordelijkheid voor jouw zaken te ontheffen. Want als een van ons beiden iets menselijks zou overkomen, kon dat voor mij of mijn kinderen een heel onaangenaam probleem veroorzaken. Ik weet zeker dat jij absoluut niet wilt dat dit gebeurt. Ik zie en ervaar iedere dag in het openbare leven hoe verraderlijk de wereld is en hoe juist de beste mensen worden bedrogen. Als je mij van mijn bezorgdheid bevrijdt zal ik je bijzonder dankbaar zijn. Daarom vraag ik jou je plicht te vervullen. Ik hoorGa naar voetnoot6. dat jij deze lente hier zult zijn; iets aangenamers is voor mij niet mogelijk. Al wat ik aan bescheiden vermogen heb stel ik volledig voor je beschikbaar. Er is geen reden om van de ene plaats naar de andere te verhuizen; misschien zul je nergens rustiger en comfortabeler leven dan hier. Ik ken je karakter en je smaak beter dan vele anderen. Hier hoor ik helemaal niets over een revolutie; met onze buren leven wij in volledige vrede. Intussen wens ik je, mijn dierbare Erasmus, het beste toe. Antwerpen, 25 januari Aan Erasmus van Rotterdam, mijn patroon en bij uitstek achtenswaardige leermeester |
|