De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1923 Aan Hieronymus EmserGa naar voetnoot1.
| |
[pagina 372]
| |
vermoeden dat het buiten de vorst om is gebeurd. Kort daarna kwamen hier twee mannen die een brief van u overhandigden die niet veel meer bevatte dan een groet. Omdat ik hen niet kende en we zo vaak bedrogen worden, was ik niet van plan via hen terug te schrijven. Maar toen ze aandrongen, gaf ik wat geld en schreef ik iets terug. Ik wil graag weten of dat bij u aangekomen is, en verder wat de illustere vorst van het tweede boek van de Hyperaspistes vindt.Ga naar voetnoot5. Lee voert in Spanje een verbazingwekkende tragedie op. Die wordt krachtig gesteund door Béda en de zijnen. U zult binnenkort horen hoe het afloopt. We hebben hier Capito, Bucer, UrbanusGa naar voetnoot6. en ik weet niet wie nog meer, die allemaal op weg naar Bern zijn om daar een disputatie te houdenGa naar voetnoot7. en uitspraken te doen over de afschaffing van de mis en de jaardienst. Ze preekten hier af en toe. God geve dat het goed afloopt. Want het ziet ernaar uit dat er grote beroering zal ontstaan. Degene die de brief brengt, werd gestuurd door een zeldzaam getalenteerde jongeman die de studie bijzonder toegedaan is, namelijk Christoph von Carlowitz.Ga naar voetnoot8. Via deze bode kunt u rustig schrijven wat u wilt. Ik wens u volmaakt geluk in de Heer. Bazel, de dag na Onnozele-Kinderen, 1527 Erasmus van Rotterdam, eigenhandig Aan de zeer geleerde heer Hieronymus Emser. Te Dresden |
|