1860 Aan Jan Becker van Borssele
Bazel, 24 augustus 1527
Erasmus van Rotterdam groet Jan van Borssele, deken van Zandenburg
Een brief van Maarten van Dorp had mij het vermoeden gegeven dat je genegenheid voor mij niet geheel verdwenen, maar wel verflauwd was; je weet wel wat ik bedoel.Ga naar voetnoot1. Maar dat vermoeden was niet diep in mijn hart doorgedrongen en aangezien ik een mens ben, vergeef ik al gauw dit soort menselijke gevoelens. In ieder geval ben ik blij dat je herstelde of liever gezegd herleefde. Ik schreef Maximiliaan,Ga naar voetnoot2. zoals je graag wilde, al wist ik niet zeker of hij een zoon van Adolf, heer van Veere, was. Ik wens je het allerbeste.
Bazel, 24 augustus 1527