De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1851 Van Jan Becker van Borssele
| |
[pagina 161]
| |
tiefste redevoeringen van Demosthenes en Cicero, al werden ze allemaal bij elkaar gedaan en met elkaar versmolten, zouden mij niet van de minste graad van genegenheid voor jou afgebracht hebben. Niets is voor een mens zo ongepast als het voor mij zou zijn, wanneer ik degene niet vurig zou liefhebben wiens weldaden ik al meer dan twintig aaneengesloten jaren mag ondervinden, die hij ons uit zichzelf en zonder beloning bewijst, ondanks alle inspanning, ondanks alle vijandige kritiek. Wees er dan ook van overtuigd, mijn beste Erasmus, dat het nooit zover zal komen dat ik je niet meer genegen ben. Maar tot zover dit betoog, dat zich eerder door breedsprakigheid en hartstocht kenmerkt dan elegantie. Verder bedank ik je voor je toezegging dat je mijn raad zult volgen en bij het ordenen van je zeer vele brieven, over de meest uiteenlopende onderwerpen, de volgorde zult aanhouden waarin ze ooit lang geleden of nu onlangs zijn geschreven.Ga naar voetnoot3. Ik zou je bovendien willen vragen (als ik nog even door mag gaan nu ik toch brutaal ben) dat je, wat je nu belooft, niet zolang uitstelt als de handleiding voor het preken die je acht jaar geleden beloofde. Die belofte heb je, voor zover ik weet, ook nu nog niet ingelost.Ga naar voetnoot4. Zoals je weet woon ik op dit moment in Leuven; naar het zich laat aanzien blijf ik hier de komende twee jaar samen met de oudste zoon van de heer van Beveren.Ga naar voetnoot5. Zou je alsjeblieft, als je eens tijd hebt, zo nu en dan (voor zover mogelijk) aan Borssele willen denken, in je brieven aan je talrijke vrienden hier of - wat ik evenwel niet van je durf te verlangen - aan mijzelf. Het ga je goed, bijzonder geachte leermeester. Leuven, 28 juli 1527 Jan van Borssele, je zeer onderdanige beschermeling Aan Erasmus van Rotterdam, beslist de grootste op het gebied van gewijde en profane geleerdheid, zijn bijzonder geachte leermeester. Te Bazel |
|