De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1849 Van Erasmus Schets
| |
[pagina 158]
| |
Brugge; aan hem heeft hij, ik denk uit schaamte, de drie overige bedragen aan jaargeld gegeven, maar in geld van mindere waarde, waardoor jij behoorlijk verlies lijdt. Deze bedragen aan jaargeld moesten een waarde van 260 florijnen hebben volgens de koers van dat moment, een bedrag dat nu, omdat het is vastgehouden en niet uitbetaald, wegens de devaluatie die daar al een tijd geleden plaatsvond, teruggebracht is tot 229 florijnen en vier stuivers. Je hebt dat te danken aan de laksheid van Laurinus, omdat hij jouw geld zo lang bij zich heeft gehouden. Want als hij het eerder had gegeven, zou je niet zoveel schade geleden hebben. Je moet aan Jan de Hondt schrijven, dat hij voortaan het bedrag van je jaargeld aan niemand anders overdraagt dan aan degene die ik aanwijs; ik zal ervoor zorgen dat je sneller een eerlijker bedrag krijgt. Deze zelfde dienaar van je ontving verder van Jan de Hondt zelf een vijfde bedrag aan jaargeld van 65 florijnen, dat hij in geld van een betere waarde gaf. Ik heb alles ontvangen van je dienaar zelf, brenger van deze brief, ook het overige dat op de kwitantie vermeld staat die ik hem gegeven heb. Ik zal zorgen dat het geld beschikbaar is tijdens de Frankfurtse beurs en het aan Froben of diens zoon in bewaring geven. Want dat zal waarschijnlijk je bedoeling zijn. Het boek dat je aan de Portugese koning opdroeg en hem ten geschenke zond, is fraai gebonden aan de koning zelf gestuurd.Ga naar voetnoot3. Je hebt genoeg je best gedaan om die koning om zijn uitmuntendheid te prijzen. Ik hoop dat je het niet vergeefs deed. Als ik nieuws heb, zal ik je op de hoogte brengen. Het ga je goed, beste Erasmus. Uit Antwerpen, 22 juli 1527 Je zeer toegenegen vriend Erasmus Schets Ik gaf Nicolaas Kan, je dienaar, vijftien gouden florijnen, met een waarde van 21 florijnen volgens de huidige koers, voor de aanschaf van het stuk linnen dat je nodig had, en voor hemzelf voor onderweg. Hij zal je zelf uitleggen hoe het geld besteed is. Aan de uitnemende en zeer geleerde heer Erasmus van Rotterdam, leraar in de gewijde literatuur, enz. Te Bazel |
|