1842 Van Jacques Toussain
Parijs, 29 juni [1527]
Marcus MamucetusGa naar voetnoot1. die u deze brief overhandigde, is een jongeman met een goed karakter, zoals mij hier gedurende vele maanden is gebleken. Hij is tevens een groot bewonderaar van u en snakt ernaar bij u of een van uw leerlingen kennis op te doen. Daarom vertrok hij richting Bazel. Hij is met mij bij Lascaris, Budé en Brie langs geweest voor brieven aan u. Lascaris en Budé doen u de groeten; allebei zeiden ze geen gelegenheid te hebben om te schrijven, waarbij ze hun eigen beslommeringen als verontschuldiging aanvoerden. En zeker niet zonder reden; de een wordt voortdurend geplaagd door jicht, de ander heeft heel wat te stellen met het hof van de koning, die nu hier is. Bovendien ontbrak het beiden aan stof voor een brief. Omdat Brie zich ver van de stad bevond, gaf ik de jongeman deze voor u mee, zodat hij niet zonder enige brief of aanbeveling bij u zou aankloppen.
Bij Bade, die u eveneens laat groeten, worden de Latijnse en Griekse epigrammen van Janus Lascaris gedrukt.Ga naar voetnoot2. Om ongehinderd met Lascaris te kunnen overleggen, schortte ik mijn openbare colleges op, wat des te gemakkelijker ging omdat ze onbezoldigd waren, hoewel een aantal van mijn toehoorders ondertussen ongeacht de omstandigheden doorgaat. Als geleerdheid hier een passende beloning kreeg, zou de literatuur bloeien zoals nergens anders. Het ontbreekt niet aan uitmuntend talent en buitengewone inzet, het ontbreekt aan bereidwillige en overvloedige vrijgevigheid jegens de docenten. Ik ben al een compleet jaar vergeefs bezig dat rotsblok voort te duwen;Ga naar voetnoot3. dat maakte het voor mij gemakkelijker om die ondankbare taak neer te leggen. Ik besloot verscheidene maanden samen met Lascaris zelf door te brengen; wat mijn plannen daarna zullen zijn en waar ik ga wonen, weet ik niet echt. Want ik kan mezelf er niet toe zetten tegen mijn zin naar datzelfde rotsblok of liever diezelfde tredmolen terug te keren. De koning beloofde Budé vorig jaar geheel uit zichzelf dat hij mij een of andere beurs zou geven om hier Grieks te doceren. Maar ik heb niemand die bij hem, te midden van alle politieke onrust, de herinnering aan mij weer levend kan maken, aangezien Budé en alle anderen die bij de koning in de gunst staan om hun geleerdheid, momenteel zo opgaan in de zaak van alleen Lascaris,Ga naar voetnoot4. dat ze geen, of in elk geval weinig ruimte overlaten voor een ander.
Als ik moeiteloos door kon gaan met waar ik onlangs met vrij wat daadkracht (hoop ik) aan begonnen ben, zouden die praatjesmakersGa naar voetnoot5. hier flink aan