De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 137]
| |
Erasmus van Rotterdam groet de eerwaarde heer Jan, kardinaal van LotharingenGelukkig is niet alles afhankelijk van het grimmige lot of de kwade genius waardoor de wereld op dit moment in een chaos verandert als gevolg van rampzalige tweedracht. Ook nu nog kunnen vrome mensen zich verbonden voelen door welgezindheid, kunnen ze door geschreven woorden die tussen hen heen en weer gaan met elkaar praten. Zo kom ik langs de weg die begaanbaar is bij u op bezoek, waartoe uw uiterst vriendelijke brief mij uitnodigde. Om mijn bezoek nog plezieriger te maken, kom ik samen met Johannes Chrysostomus, die bij uitstek graag gezien en welbespraakt gezelschap is. Hij zal u, in het Latijn, beknopte maar treffende uitleg geven bij Paulus' brief aan de Galaten, zodat de Galaten in elk geval op die manier rechtmatig terugkeren naar Gallië, hun land van herkomst.Ga naar voetnoot1. Claudius Cantiuncula drong er telkens bij me op aan dat ik me aan zoiets zou wagen, hij dwong me er bijna toe. Is er eigenlijk iets waar hij iemand niet probleemloos toe kan overhalen - deze man, die zo getalenteerd is, die zo enorm veel kennis van de filosofie bezit, verstand heeft van de beide rechten en zelfs thuis is in de literatuur? Bij dit alles komt nog, naast de spreekvaardigheid die uit de voorschriften van de retoren te halen is, een soort natuurlijke welbespraaktheid, zodat je met het volste recht kunt zeggen dat hij, zo niet het enige (want dat lijkt misschien onaardig om te zeggen), dan toch een zeldzaam voorbeeld en sieraad voor uw gebied Lotharingen is, en dat hij u, met een bijzondere neus voor dergelijk talent, niet zonder reden bij uitstek dierbaar is. Omdat ik dus al een hele tijd in dubio stond en er zelfs toe overhelde, kon hij makkelijk het laatste zetje geven toen hij de brief van Uwe Eerwaardigheid kwam overhandigen, die weliswaar heel kort was, maar vol minzaamheid. Het was mij ter ore gekomen dat u, een zeer machtig man door uw afkomst, machtiger nog door uw waardigheid, bovendien in de bloei van uw jaren, bij alle drukte en genoegens van het hof, de evangeliën en de brieven van Paulus met u meedraagt en daarop geregeld ogen en hart onthaalt. Dat was voor mij een duidelijke blijk van een vroom gemoed. Wie de Heilige Schrift liefheeft, kan immers niet volledig of langdurig door de ondeugden van deze wereld bezoedeld worden. Die vroomheid van u was dan ook een aansporing voor mij om iets uit de schatkamer van de heilige boeken speciaal aan u op te dragen, maar uw hoge waardigheid schrikte mij nogal af. Zodra uw brief die scrupules had weggenomen, maakte ik het geschenkje gereed. Misschien mag ik het in een paar woorden bij u aanbevelen. Allereerst was dit werk nog niet eerder door iemand vertaald, zodat het, zo er geen andere reden is, dan toch om de nieuwheid misschien niet onwelkom is. Verder is er nauwelijks een brief te vinden die duidelijker blijk geeft van de warmte en zorgzaamheid van de paulinische liefde voor de volgelingen die hij Christus | |
[pagina 138]
| |
schonk. Daarom kunnen bisschoppen hier zien hoe zij de kudde die hun is toevertrouwd dienen lief te hebben. Daar komt bij dat de commentatorGa naar voetnoot2. grote gelijkenis met de apostel vertoont, omdat alles bij hem doortrokken is van moederlijke liefde voor zijn volk en hij bovendien, als hij onderricht, zo duidelijk en zorgvuldig is als een voedster die haar kind koestert.Ga naar voetnoot3. Paulus gaf het verschil aan tussen een opvoeder en een vader: ‘Al had u duizenden opvoeders in Christus, u hebt niet vele vaders. Immers, ik heb u in Christus Jezus door het evangelie verwekt’.Ga naar voetnoot4. Ook betoont hij zich een moeder, als hij om de Galaten opnieuw barensweeën doorstaat, totdat Christus in hen gestalte verkregen heeft.Ga naar voetnoot5. Verder betoonde hij zich een voedster voor de Tessalonicenzen, en niet zo maar een, maar de voedster van haar eigen kind.Ga naar voetnoot6. Dezelfde drie rollen kan men bij deze bisschopGa naar voetnoot7. waarnemen: die van een vader om het priesterlijk gezag, van een moeder om de behoefte om voort te brengen en te beschermen, van een voedster als hij de geest van de zijnen het vooraf gekauwde voedsel van heilzaam onderricht toedient. Over de mozaïsche priester staat in Exodus 28 geschreven: ‘het geluid moet te horen zijn wanneer hij het heiligdom binnengaat om voor de Heer te verschijnen en wanneer hij weer naar buiten komt, anders zal hij sterven’.Ga naar voetnoot8. Hij nu droeg gouden belletjes aan zijn kleed. Maar deze had in plaats van een gouden belletje een gouden tong, die overal rinkelend de mensen de klanken van de Heilige Schrift laat horen, als hij leerde, weerlegde, aanspoorde, troostte. Want volgens de leer van het evangelie bevindt een priester zich altijd in het heiligdom, binnengaand en naar buiten komend, om weiden te vinden voor zijn schapen. Er dreigt doodsgevaar als hij geen rinkelend geluid laat horen. Met dat gerinkel voeden zich immers Christus' schapen. Hier wordt dus een dubbel voorbeeld van een goede herder getoond.Ga naar voetnoot9. Ten slotte doen zich in deze brief enkele passages voor waardoor veel mensen het sterke vermoeden kregen dat Paulus niet op goede voet stond | |
[pagina 139]
| |
met de andere grote apostelen, in het bijzonder Petrus.Ga naar voetnoot10. Hieruit kwam ook die bekende schermutseling tussen Augustinus en Hieronymus over leugenachtigheid voort.Ga naar voetnoot11. De gemoederen raakten daarbij zo verhit dat het op een scheldpartij uitliep, en er zou op geen enkele manier een eind aan de strijd zijn gekomen als Augustinus niet voor de ander geweken was. Als je de kwestie evenwel aandachtiger bekijkt, begreep geen van beiden de ander goed, omdat Hieronymus het heeft over het verzwijgen van een daad en Augustinus ingaat op de kwestie van leugenachtigheid in woorden. Het verbaast me echter als ik Augustinus lees, dat hij Petrus, de leider van de apostelen en de eerste verkondiger van het geloof,Ga naar voetnoot12. zo behandelt, dat hij hem ergens ‘bijgelovige huichelarij’Ga naar voetnoot13. aanwrijft, of een verkeerd streven om de last van de wet op de schouders van de heidenen te leggen,Ga naar voetnoot14. of ‘verdorven huichelarij’, of verkeerdheid. Hij zwakt deze zonde niet af, maar stelt die zelfs op één lijn met de zonde van de drievoudige verloochening van Christus.Ga naar voetnoot15. Hoewel deze grote kerkvader dit op verschillende plaatsen herhaalt, verzacht hij zijn woorden nergens in de Retractationes (Nalezingen), terwijl hij daar soms dingen milder maakt die je bijna onbeduidend zou kunnen noemen. In navolging van Augustinus schrijven bepalingen van de Parijse theologen hem een dwaling op het punt van het geloof toe.Ga naar voetnoot16. Dit is niet het enige wat verbazing wekt. We maken ons niet druk over deze uitspraken, waarmee degene wordt aangevallen aan wie Christus de sleutels van het koninkrijk der hemelen gaf, die Hij koos als de leider van heel zijn kerk.Ga naar voetnoot17. Evenmin horen we ervan op dat zo grote mannen de belangrijkste le- | |
[pagina 140]
| |
raar van het geloof, zelfs nadat hij de hemelse Geest had ontvangen en wonderen had verricht, een dwaling op het punt van het geloof en verkeerde bedoelingen toeschrijven. Toch zijn er tegenwoordig lieden die schisma, valstrik, heiligschennis, ketterij roepen, als iemand zegt dat Hieronymus weliswaar een geleerd en vroom man was, maar toch een mens; als iemand zegt dat Hieronymus zo'n grote eerbied voor de maagdelijkheid had, dat het bijna een belediging voor het huwelijk was - terwijl iedereen weet wat hij zich in het vuur van zijn betoog op sommige plaatsen over het huwelijk liet ontvallen.Ga naar voetnoot18. Chrysostomus nu behandelt het onderwerp in kwestie op zo'n geschikte manier, dat het niet alleen duidelijk wordt dat er volstrekt geen wrijving tussen Petrus en Paulus was, maar dat er zelfs grote eensgezindheid en welwillendheid was, dat er evenmin enig verschil van mening over het geloof was, verder dat die hele discussie over leugenachtigheid overbodig is; omdat zich hier niets anders voordoet dan liefde die zich tijdelijk in dienst stelt van de onoverkomelijke zwakteGa naar voetnoot19. van de Joden, en zorgzame huichelarij, die bedoeld was om te helpen. Deze interpretatie past, althans naar mijn mening, beter bij die grote voormannen van het evangelie en klinkt vrome mensen minder vreemd in de oren. Maar u zult over dit alles beter kunnen oordelen zodra u het hele boek uitgelezen hebt. Dat zal u zeker lukken zonder dat het gaat tegenstaan. Want het is niet te lang en bovendien helder en vlot geschreven, tenzij mijn armzalige vertaling hier afbreuk aan heeft gedaan. Ik bid dat de Heer almaar meer oprechte liefde voor zijn evangelie bij u zal opwekken. Want ik zie dat dit tegenwoordig evenzeer bedreigd wordt door de groep die probeert de overwinning die Christus toekomt naar zichzelf toe te halen, als de groep die onder de vaandels van de vijand de saamhorigheid van de kerk verbreekt. Het is een trieste overwinning als de staat wordt bevrijdt van één tiran om vervolgens overgeleverd te worden aan talloze ergere tirannen. Als men hierbij andere dingen op het oog heeft dan Christus, zal het geen vreugdevolle overwinning kunnen zijn. Maar ik heb goede hoop dat Christus deze woelingen zal ombuigen tot een vreugdevolle afloop, mits wij dat verdienen. Het ga u goed. Bazel, 29 juni 1527 |
|