De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 118]
| |
1836 Van Juan Luis Vives
| |
[pagina 119]
| |
van weerhouden verder te gaan dan redelijk was. Hij had heel wat in Spanje met betrekking tot deze zaken voor elkaar kunnen krijgen, met zijn gezag en reputatie als groot geleerde, waardoor hij invloed heeft op zijn medebroeders en het merendeel van zijn landgenoten. Ik twijfel er niet aan dat deze Francisco de Vitoria aanwezig was bij de vergadering waarover Virués schrijft, die de dag na Hemelvaartsdag zou plaatsvinden;Ga naar voetnoot5. hij doceert immers in Salamanca waar hij de leerstoel bekleedt die ze daar ‘de eerste’ noemen, voor een waarachtig niet gering salaris. Nog veel minder twijfel ik eraan dat Luis Coronel en Lerma, de abt van Alcalá, waren voorgedragen, en misschien ook Vergara. Zij geven mij goede hoop dat jouw zaak, dat wil zeggen die van de literatuur en de vroomheid, het gaat winnen. Deze mensen zijn immers absoluut integer en grote voorstanders van hogere kennis, en daarom jou zeer welgezind. Hun mening zal van groot gewicht zijn, naar welke kant ze ook neigen; want wat stelt de rest voor vergeleken bij hen? Ook al leg je ze allemaal op één schaal, dan nog zullen die anderen zwaarder wegen. Als ze nu maar eenstemmig jouw kant kiezen, zoals ze naar mijn stellige overtuiging zullen doen! Volgens mij is al deze ophef ontstaan door de vertaling van jouw Enchiridion;Ga naar voetnoot6. want als dat veelvuldig in de handen van de mensen komt, wat naar verluidt het geval is, zullen de broeders een flink stuk van hun aloude alleenheerschappij moeten inleveren. Misschien is dat al aan het gebeuren, omdat veel mensen duidelijk door het lezen van dat boek de behoefte kregen om kennis te nemen van belangrijke en verheven dingen, die zo lang verborgen gehouden waren. Daar komt bij dat talloze mensen genoeg begonnen te krijgen van die schandalige slavernij, waarmee een bepaalde groep tot in onze tijd het arme volk onder de duim hield. Die slavernij is overal erg, zover als het christendom zich uitstrekt, maar in mijn land zelfs voor slaven of ezels ondraaglijk. De broeders vonden het ontoelaatbaar dat ze van het toppunt van waardigheid, invloed, macht en al die rijkdom naar beneden tuimelden door de lectuur van één boekje; daarom vielen ze de auteur aan. De kwaal is ernstig door de hebzucht en eerzucht waarmee ze gepaard gaat en ingeworteld omdat ze al zo lang duurt; de medicijnen zijn eveneens zwaar, zoals in dit geval gepast is, en tonen nu hun kracht; er vindt, zoals artsen dat zeggen, een strijd plaats tussen ziekte en gestel. Nooit had ik meer hoop dat mijn Spanje jou zal erkennen en begrijpen. Altijd hebben zich aan dergelijke troebelen en twisten grootse zaken ontworsteld, om dat gewicht en het hoogste aanzien te bereiken. Zo ging het in Frankrijk en Duitsland | |
[pagina 120]
| |
met de studie. Ik hoop dat Christus eens zal ingrijpen en zich over zijn beklagenswaardige kudde zal ontfermen, zodat ze niet blind blijft ronddolen zonder de weg te weten, langs duizend afgronden meegesleurd door mensen aan wier hoede ze zich had toevertrouwd. Christus gaf een prachtige kans om dat in deze tijd voor elkaar te krijgen, met al deze overwinningen van de keizer, ook op de paus, die krijgsgevangene werd.Ga naar voetnoot7. Ikzelf zag graag dat je de Spaanse aartsbisschop, de groot-inquisiteur, over jouw persoonlijke kwestie schrijft en de keizer over staatszaken en het algemeen belang.Ga naar voetnoot8. Maar over dit en soortgelijke dingen zul jij zelf het beste kunnen beslissen. Als er een nieuwe druk van mijn CivitasGa naar voetnoot9. komt - iets waar Franz,Ga naar voetnoot10. een zeer betrouwbaar iemand, het over had -, laat het me dan alsjeblieft weten; ik wil een paar passages uit de commentaar aanpassen en ook wat dingen toevoegen, al zijn het er niet veel. Ik ben eind mei uit Engeland teruggekomen en zal voor 1 oktober weer teruggaan, als Christus het toestaat. Het ga je goed, geliefde leermeester. Brugge, 13 juni 1527 |
|