De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1832 Aan Nicolaas Kan
| |
[pagina 113]
| |
Om verschillende redenen, mijn beste Kan, zou ik willen dat je zo snel mogelijk hier terugkeert. Je weet immers hoe node ik je hulp mis, vooral bij het kopiëren van Griekse teksten. Maar aangezien je te maken krijgt met de zee en met zeelui die even genadeloos zijn als de zee, en de tocht af en toe door streken zal gaan die berucht zijn om struikrovers, heb ik je geen bepaalde dag als limiet opgegeven. Niettemin vertrouw ik erop - want mij is vaak genoeg bij andere dingen gebleken dat ik op je rekenen kan - dat je nergens blijft treuzelen tenzij omstandigheden je daartoe dwingen. Want ik wil liever dat je later, maar behouden terugkeert, dan dat je om tijd te winnen gevaar loopt of mijn zaken niet goed afhandelt. Volgens het spreekwoord moet je zo vluchten dat je niet je huis voorbijrent.Ga naar voetnoot3. Ook gaf ik je brieven mee voor een beperkt aantal vrienden, die ik zeer beknopt hield, omdat je bijna alles van me weet en ik heel erg op jouw inzicht vertrouw. Want ik heb je altijd meer als een vriend dan een dienaar beschouwd, zoals je ook wel weet; ik ga ervan uit dat je het vertrouwen dat ik in je heb niet zult beschamen. Ik heb liever niet dat je een omweg maakt voor een bezoek aan Holland. Wat heb je daar te zoeken behalve een paar zwelgpartijen, die niet bij je aard passen en niet goed voor je gezondheid zijn? Het is een hele belevenis dat beroemde Brittannië te zien, dat bezongen wordt in het werk van alle geleerden; het zal goed zijn voor je omgangsvormen en ook voor je praktisch inzicht zoveel kopstukken van Engeland en zoveel grote geleerden te hebben ontmoet. Zorg evenwel dat hun uitzonderlijk beleefdheid je niet onzorgvuldig of overmoedig maakt; hoe onderdanig ze zich ook opstellen, jij moet jouw eigen bescheidenheid in gedachten houden. Wat die grote mannen denken is niet altijd van hun gezicht af te lezen. Zoals je vroeger bij de goden zorgvuldig op je woorden moest letten, zo moet je dat nu bij voorname heren doen. Als je een kleinigheid krijgt - want dat volk is zo vrijgevig als Brabant krenterig is - moet je aan het oude spreekwoord denken: niet alles, niet overal en ook niet van iedereen.Ga naar voetnoot4. Als welgestelde, oprechte vrienden uit zichzelf iets willen geven, mag je het aannemen, maar met een duidelijke blijk van dankbaarheid. Als vrienden die minder bemiddeld of wat gereserveerder zijn iets aanbieden, moet je het afslaan, maar wel op een beleefde manier. | |
[pagina 114]
| |
Het correct afslaan van een weldaad vergt immers meer handigheid dan het correct aannemen. Je hebt niettemin mensen die, hoewel ze niet echt vrienden zijn, zich toch als vijanden ontpoppen als je hun aanbod weigert. Ze vatten het namelijk op als een afwijzing omdat het geschenk te klein zou zijn, of als een teken dat ze niet geliefd zijn. Je moet toegeven aan hun wens, maar in zo geloofwaardig mogelijke bewoordingen. Je mag onder geen beding een laag-bij-de-grondse houding aannemen, alsof je aast op dit soort extraatjes; iets wat je zelfs zonder deze waarschuwing niet zou doen, of ik zou me ontzettend in je moeten vergissen. Anders zou ik liever willen dat je het tienvoudige van mij krijgt. Je hoeft niet erg bang te zijn voor het Nauw van Calais, als wezen dat in de zee leeft en zo ongeveer in het water geboren is, als ik tenminste je geboortestad Amsterdam indertijd voldoende in mij opgenomen heb. De oversteek is inderdaad vervelend en duur, maar hij is wel kort en het aantal gevallen van schipbreuk valt mee. En als zich daar enig ongemak voordoet, ooit zal de herinnering zoet zijn.Ga naar voetnoot5. Maar na de oversteek wacht je een ander en misschien wel groter gevaar. Je kent het spreekwoord: een Hollander te paard!Ga naar voetnoot6. Maar wees gerust, de paarden zijn heel intelligent; ze kennen de weg en het is niet nodig ze de sporen te geven. Geef ze slechts de vrije teugel en ze zullen niet stoppen met lopen totdat ze je naar het eindpunt hebben gebracht, desnoods als een stuk bagage. Met de mensen zul je makkelijk overweg kunnen als je je gedraagt als een zeepoliep.Ga naar voetnoot7. Neem je hoed af, geef een hand, maak plaats, lach naar iedereen, maar let er wel op dat je geen onbekende vertrouwt. Zorg vooral dat je niet de spot drijft met eigenaardigheden van dat land of er je afkeuring over uitspreekt. Want ze zijn daar bijzonder chauvinistisch, niet zonder reden, want het is een voortreffelijk land; we zijn trouwens allemaal zelfzuchtig in onze bewondering voor ons vaderland. Sommige onbeschaafde lieden hebben immers de gewoonte om bij het zien van iets ongewoons meteen hun afkeuring uit te spreken - zoals we meestal alleen muziek waarmee we vertrouwd zijn mooi vinden. Ik heb je deze adviezen bijna allemaal bij je vertrek gegeven en als ik ze niet had gegeven, zou ik toch goede hoop hebben dat je op je eigen verstandige manier je plicht zou vervullen; maar toen ik hier zo'n betrouwbaar iemand tegenkwam en er wat tijd over was, besloot ik ze je toch opnieuw in te prenten, zodat je niets ontglipt. Want het kan af en toe geen kwaad ook aan- | |
[pagina 115]
| |
dacht te vragen voor iets waar iemand al aan dacht.Ga naar voetnoot8. Ik bid dat je hier na een geslaagde reis zo spoedig mogelijk opgewekt zult terugkeren en weer de muzen zult toebehoren, en dat je deze kleine uitgave terugbetaalt met oplettendheid. Het ga je goed; als je toevallig onderweg een betrouwbare bode treft, schrijf in een paar regels wat voor mij belangrijk kan zijn om te weten. Bazel. 1527. De dag voor Hemelvaartsdag |
|