De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925

1818 Aan Lazarus a Parentibus
Bazel, 11 mei 1527

Een hartelijke groet, Lazarus, allertrouwste vriend. Ik beantwoordde je eerdere brief, maar niet de laatste, omdat er niemand was aan wie ik iets kon meegeven. Crato,^1. die deze brengt, is een jongeman met een zeer vriendelijk karakter; hij woonde ooit bij mij in huis. Hij komt voor zaken jullie kant op; mag ik hem bij je aanbevelen? Wat zou ik graag willen dat je een keer in Bazel moest zijn! Dan kon ik eindelijk eens op kleinere afstand van je gezelschap genieten.

Je had beloofd een werk te sturen dat tegen mij gericht was.^2. Het wemelt van dat soort schrijvers; toch zou je me een plezier doen als je een aantal passages kon overschrijven en aan mij sturen, zodat ik een indruk van het geheel krijg. Het Nieuwe Testament, met de annotaties, is nu voor de vierde keer verschenen;^3. het boek ziet er goed uit. In mijn gebeden vraag ik om alle mogelijke zegen en vreugde voor mijn vriend Lazarus.

Bazel, 11 mei 1527

Je vriend Erasmus van Rotterdam,

in mijn eigen handschrift, jou niet onbekend

Aan de zeer geachte heer Lazarus a Parentibus, Genovees burger. Te Genua

1. Crato Stalburg.

2. Misschien een werk van Lancellotto de' Politi.

3. In maart 1527.