De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1815 Aan Mercurino Gattinara
| |
[pagina 79]
| |
nietbaar was geworden, is gestikt toen hij moest braken. Hij had juist daarvoor, al heen en weer lopend, de dienstbode weggestuurd die altijd in zijn nabijheid was; hij zou gezegd hebben dat hij de dagelijkse portie gebeden die men getijden noemt wilde afmaken. Maar er is nog meer gebeurd. Noël Béda die mij in een even dolzinnig als smadelijk boekGa naar voetnoot4. aanviel, is op last van de Franse koning in de gevangenis geworpen, tegelijk met een een aantal anderen.Ga naar voetnoot5. Als de vorsten niet de domme, mateloze arrogantie van bepaalde lieden met hun gezag intomen, zie ik aankomen dat ze een nieuwe storm zullen ontketenen, terwijl de huidige juist begint af te nemen. Het is overduidelijk wat al eeuwenlang voor verdeeldheid onder de machtigste vorsten zorgt of daaraan voedsel geeft. Ik vind het verbazingwekkend dat ze het zelf niet in de gaten hebben; als ze het wel in de gaten hebben, maar doen alsof er niets aan de hand is, vind ik dat nog verbazingwekkender. Maar de hemel zal zorgen voor een goede afloop. Al eerder, zeer geachte heer, mocht ik ervaren hoe onwankelbaar en welgemeend uw genegenheid voor mij is. Toch laat u van dag tot dag duidelijker blijken hoezeer u de hoogste wetenschappen en de christelijke vroomheid steunt. Bij het bevorderen en verdedigen daarvan zal ik, zo niets anders, dan toch in elk geval oprechtheid en moed tonen, tot mijn laatste ademtocht. De kopie van de brief die u de Leuvenaren stuurde,Ga naar voetnoot6. heeft mij nog niet bereikt. Uit brieven van vrienden evenwel weet ik wat de inhoud is; maar die lieden weten alles te ontwijken. Ze schakelen stiekem anderen in en gaan via duizend onderaardse gangen te werk. Het zaakje wordt door twee handige lieden geregeld.Ga naar voetnoot7. Na de dood van Egmondanus dook er een franciscaan op in Leuven, die mij tijdens openbare colleges geregeld in diskrediet bracht.Ga naar voetnoot8. Dit soort mensen is voor niemand bang en mocht er gevaar dreigen, dan wisselen ze van verblijfplaats en zijn ze in veiligheid. Het enige wat ze daarmee bereiken is dat ze zich nog gehater bij de mensen maken. Toch gaan ze door alsof ze van de furiën bezeten zijn. Maar ook dit zal Christus in zijn grootheid uiteindelijk allemaal een goede wending geven. Hoeveel speelruimte Lee in Spanje krijgt, weet ik niet, wel dat het hem niet in dank zal worden afgenomen door de Engelse koning, de kardinaal van YorkGa naar voetnoot9. en tal van andere bisschoppen, edelen en geleerden in Engeland. Het zou beslist de glorie van dat land ten goede komen, als de wereld niet zou | |
[pagina 80]
| |
weten dat daar zulk giftig talent voorkomt. Het fragment van de brief van Cuthbert Tunstall, wiens werk als gezant door Lee is overgenomen, heb ik bij deze brief ingesloten, zodat u mij eerder zult geloven. Ik ben beslist vóór een wet die ondoordacht publiceren inperkt, maar men moet er intussen wel voor oppassen, dat een goede wet niet in een slecht voorbeeld verandert, zoals in Parijs al gebeurde. Een groepje samengezworenen kon ongelimiteerd met de meest leugenachtige laster tekeergaan tegen wie ze maar wilden. Als je een repliek had, mocht die niet gedrukt worden. Maar in Spanje zal niemand daartoe een kans krijgen; u in de eerste plaats en verder de zeer eerwaarde aartsbisschoppen van Toledo en SevillaGa naar voetnoot10. zullen daar als waakzame, verstandige mensen voor zorgen. Ik zou graag uitgebreider met u willen praten, nu ik zie dat u, welwillend als u bent, ondanks uw drukke werk de brieven waarmee ik u stoor voor lief neemt en me zelfs aanspoort om vaker te schrijven. Maar ik ben terug bij de gladiatoren in de arena. U hebt vast wel mijn Hyperaspistes en DiatribeGa naar voetnoot11. onder ogen gekregen. In de Hyperaspistes, die ik wegens een tijdslimiet binnen een paar dagen halsoverkop heb afgerond, staat dat de rest van de disputatie nog zal volgen. Ik zou natuurlijk liever mijn aandacht op andere onderwerpen willen richten, maar Luther roept in gedrukte pamfletten dat mijn antwoord uitblijft - alsof ik geen geantwoord had gegeven! - en zijn aanhangers staan te juichen. Op aansporing van vrienden ben ik daarom begonnen mijn belofte in te lossen. Het ga u goed, machtige beschermheer, samen met de zeer geprezen vorst. Bazel, de voorlaatste dag van april, 1527. Door Erasmus van Rotterdam, Uwer Excellentie onderdanige beschermeling, eigenhandig ondertekend Aan de zeer illustere heer Mercurino Gattinara, grootkanselier van de onoverwinnelijke keizer Karel. In Spanje |
|