De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 13. Brieven 1802-1925
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1810 Van Jan Antonin
| |
[pagina 49]
| |
van Callicrates.Ga naar voetnoot2. Daarom zou ik nu zo graag over de verhevenheid van uw taal willen beschikken, Erasmus, het grootste sieraad van de mensheid, voor mij de allerdierbaarste! Want dan zou ik misschien onder woorden kunnen brengen hoe groot de weldaad is die Uwe Excellentie mij bewees; want u mag niet denken dat die opdracht niet welkom was na zoveel complimenteuze woorden ook elders, waarmee u mij uit de schaduw hebt gehaald en in het volle licht hebt geplaatst. Christus geve dat u zich nooit voor mijn fouten hoeft te schamen.Ga naar voetnoot3. Ik heb tot nu toe mijn uiterste best gedaan om zoveel mogelijk al die positieve dingen die u over mij zegt waar te maken. De pogingen die ik op uw instigatie deed hadden zoveel resultaat, dat ik er vertrouwen in mag hebben dat er werkelijk een deugdelijk fundament is gelegd voor een goed en eervol leven te midden van mensen die mij, met woorden en met genegenheid en weldaden, buitengewoon goed behandelen - waarvoor ik God en ook u dank. Het zag er voor mij niet slecht uit in Hongarije, voordat het land die metamorfoseGa naar voetnoot4. onderging waarvan onze vriend Ursinus en ook Piso u vast en zeker al een uitgebreide beschrijving hebben gegeven; daar hoef ik niet opnieuw over te beginnen. Hoe de toestand van de Hongaren op dit moment is, zult u horen van Krzycki en Jan Łaski, uw goede genius, maar misschien mag ik u ook vertellen wat er in de brief van mijn JosephusGa naar voetnoot5. staat, geschreven tijdens zijn verblijf aan het hof van koning Johan (die te zien is op de munt): dat zijn koning zoveel rijkdom en tevens bewonderenswaardige wijsheid bezit, dat hij zich niet druk hoeft te maken over de dreigementen van Ferdinand.Ga naar voetnoot6. Er is hoop dat de woiwode van KrakauGa naar voetnoot7. de oplaaiende hartstochten van deze vorsten, die oorlog veroorzaken, tot bedaren kan brengen; laten we hopen dat het via hem toch nog tot overeenstemming tussen Ferdinand en de koning van Hongarije komt. Hij is hiervoor al eens naar Ferdinand in Praag gestuurd; hij laat geen steen op de andere om een akkoord te bereiken, met veel diplomatiek inzicht. | |
[pagina 50]
| |
Tenzij Ferdinand de juiste keuze maakt, zullen Moravië en Oostenrijk immers beslist in problemen komen; dan zullen die landen tegen de zomer een niet zo aangename hittegolf over zich heen krijgen: de Turken, voor wie dat hopelijk slecht afloopt! Ook wordt voor ons ‘de dood in talloze vormen zichtbaar’Ga naar voetnoot8. door de Tartaren. Toch vervoeren wij stakkers al slapend zout.Ga naar voetnoot9. Ik las de brief van de koopman aan de kartuizer.Ga naar voetnoot10. Wat heb ik gelachen om die grap van de leerlooier, dat Noël Béda zelf gevild moest worden: dan heb je de huid van een behoorlijk grote ezel en die zal genoeg zijn voor niet één, maar een heleboel boekwerken. Luisterden de christelijke vorsten maar naar zulke verstandige adviezen van die driewerf grote koopman! Dan zouden we zonder problemen allemaal tegelijk tot bezinning komen. Ik wil graag weten hoeveel u gemerkt hebt van Thurzo's dankbaarheid;Ga naar voetnoot11. hij zal hier binnenkort terugkeren naar zijn oude stal, zoals u misschien weet. Henckel heeft zijn meesteresGa naar voetnoot12. verlaten; hij was gevraagd naar Bratislava te komen, maar dat heeft hij niet gedaan. Dat was omdat hij niet de woede van koning Johan wilde opwekken. Deze laatste was Henckel van jongs af aan zeer genegen; nu biedt hij hem ook een bisdom aan, waarvoor de man, die in het geheel niet eerzuchtig is, geen belangstelling lijkt te hebben. Maar zijn brief zal u daarover uitgebreider berichten. We hadden het stellige voornemen Uwe Excellentie deze maand een bezoek te brengen. Hij was uit Košice gekomen, we waren samen bezig ons vertrek voor te bereiden, maar op de tweede dag na zijn aankomst hier werd hij plotseling per brief teruggeroepen door de stad Košice: de koning vond zijn vertrek op dat moment niet goed, omdat de situatie in het land vooralsnog niet onder controle was, en nog een heleboel holle woorden. De rest zal Uwe Excellentie horen van deze SeverinusGa naar voetnoot13. die de brief brengt, een jongeman die geboren is voor de studie en een groot deel van de winter | |
[pagina 51]
| |
bij mij thuis heeft gewoond. Ik vond dat niet alles op papier gezet mocht worden. Er is één ding waar ik Uwe Excellentie bij Christus zeer nadrukkelijk om vraag: zou u de beste werken die van Galenus bewaard zijn gebleven en in elk geval de nuttigste (als u geen tijd hebt om uw aandacht op allemaal te richten) met uw goddelijk talent de zuivere Latijnse taal willen schenken? U zou kunnen zien dat er door intensief gebruik bijna gaten zitten in de bladen van dat boekje van mij dat u mij ten geschenke zond;Ga naar voetnoot14. niet van het exemplaar dat ik echt van u heb gekregen, want dat is, zoals ik meteen voorin vermeld, voor mij ‘kostbaarder dan het kostbaarste goud’ en neemt samen met de brief de belangrijkste plaats in van mijn schatkamer. Ik heb voor mezelf nog een exemplaar gekocht en dat is in elk geval aan dagelijkse slijtage onderhevig, zeer tot mijn profijt. Neem nu de Hippocrates die bij Cratander verscheen; mijn hemel, hoe duidelijk blijkt daaruit dat die Calvo een leeghoofd was, die een zo goed medicus zo slecht vertaalde!Ga naar voetnoot15. Ja, alles is flets, behalve wat Brenta, Cop en Leoniceno deden. Het smaakt nergens naar, maar het zou wel smaak hebben als u het vertaalde. Genoeg hierover. Ik word gevraagd als lijfarts van koning Johan; ik zou niet graag voor mijn zekerheid willen betalen met mijn vrijheid en ben druk aan het nadenken, niet zozeer over de vraag wat het voordeligst is, als wel wat het meeste tot heil kan strekken. Daarom wil ik vreselijk graag advies van Uwe Excellentie. Uwe Excellentie zal in staat zijn het verstandigste advies te geven; niemand behalve ik zal dat te weten komen en ik zal Uwe Excellentie naar vermogen mijn dankbaarheid laten blijken. Christus moge u bewaren en ervoor zorgen dat uw heilzame geschriften hun uitwerking op ons niet missen. Mijn vrouwGa naar voetnoot16. beveelt zich ten zeerste bij Uwe Excellentie aan, ikzelf sta geheel ten dienste van u, mijn meester en mijn vader, die ik na God het meest eer en liefheb. Krakau, 1 april 1527 Voor altijd uw onderdanige dienaar, Jan Antonin, arts Ik beveel graag Martin Dobergast bij Uwe Excellentie aan, een man met een eerlijk karakter; hij is predikant te Krakau, een bewonderaar van uw werk en een luid verkondiger van uw roem, iemand over wiens geleerdheid en on- | |
[pagina 52]
| |
besproken levenswandel geen twijfel bestaat, met wie ik nog niet zo lang geleden in contact ben gekomen. Er zijn een heleboel anderen die aandringen op een aanbeveling, maar ze moeten in mijn ogen wel verdacht zijn. Ze doen zich zelfs bij uitstek voor als luide trompetters van uw verdiensten, maar het zijn bedriegers, omdat ze amper drie woorden kunnen uitbrengen wanneer ze u moeten verdedigen. Krzycki, de zeer eerwaarde bisschop van Płock, Uwe Excellentie zeer welgezind, vroeg me om het boekje De ontwrichte kerk bij mijn brief aan Uwe Excellentie in te sluiten.Ga naar voetnoot17. |
|