1079 Aan Silvestro Gigli
Antwerpen, 15 maart 1520
Erasmus van Rotterdam aan de hoogwaardige vader Silvestro, bisschop van Worcester, gegroet
Monseigneur, ik verwachtte dat Uwe Hoogwaardigheid mij voor hoogst ondankbaar zou houden omdat ik geen erkentelijkheid heb laten blijken voor uw vroegere diensten, maar nu voegt u met ongekende vriendelijkheid een nieuwe lading toe aan de opeenstapeling van gunsten die u mij reeds eerder hebt bewezen. Ik heb een exemplaar van de oorkondeGa naar voetnoot1. ontvangen. Ik was er buitengewoon mee ingenomen. Men zou zich niets kunnen voorstellen wat mij liever was geweest of in hogere mate aan mijn wensen had beantwoord. Maar ik zou willen dat mij geen verdere berichten hierover worden verstuurd totdat ik een nieuw adres heb opgegeven, want ik koester de hoop in Rome uw gewijde handen te kunnen kussen, en wel binnenkort, tenzij de terugkeer van onze Karel een wijziging van mijn plannen met zich meebrengt. Ik ben en blijf mij bewust wat ik aan Uwe Hoogheid te danken heb. Als u echter wist door welke stormen ik word geteisterd, zou u mij niet alleen vergeven, maar ook medelijden met mij hebben. Als ik nog een jaar langer zal leven, zal ik getuigen dat ik weet hoezeer ik bij u in de schuld sta.Ga naar voetnoot2.