1080 Aan Francesco Chierigati
Antwerpen, 15 maart 1520
Erasmus van Rotterdam aan de weledelzeergeleerde doctor Francesco Chierigati, eerste apostolisch secretaris, gegroet
Mijn allerbeste Chierigati, ik vraag me af hoe je nog vriendelijker had kunnen zijn als je mijn broer was geweest. Ik ben bijzonder ingenomen met de oorkonde.Ga naar voetnoot1. Maar ik ben er nu niet zeker van of ik hier nog langer zal blijven, want ik word naar Frankrijk geroepen. Daarom kan beter niets hierheen worden verstuurd, tenzij ik per brief laat weten dat het in orde is. Misschien ben ik over enkele maanden in Rome; zorg intussen dat je in vorm bent wanneer ik je daar aantref. Edward Lee heeft een tegen mij gericht boek uitgegeven dat bol staat van beschimpingen, niet zonder gezichtsverlies voor mij, maar dat geldt voor hem in veel hogere mate. Ik ben nu bezig aan een antwoord, maar onthoud mij van gescheld. Dit is de reden waarom ik je zo'n kort briefje schrijf. Het ga je goed.
Ik besef hoeveel ik jouw patroon, de hoogwaardige Silvestro,Ga naar voetnoot2. verschuldigd ben. Ik zal mijn dankbaarheid laten blijken zodra de gelegenheid zich voordoet. Nogmaals vaarwel.
Antwerpen, 15 maart 1520