1076 Aan Heinrich Gruntgen
Leuven, 7 maart 1520
Erasmus aan de heer Heinrich Gruntgen, deken te Emmerich, gegroet
Uw korte briefGa naar voetnoot1. heeft me in weinig woorden veel geleerd: om te beginnen dat u een man bent die buitengewoon onderlegd is in de betere soort literatuur; verder dat u bent begiftigd met een uitzonderlijke bescheidenheid en minzaamheid; ten slotte dat u Erasmus gunstig gezind bent, gezien de vriendelijke toon waarop u hem terechtwijst, en geen kwaad van hem denkt, gezien de nuchtere manier waarop u dat doet, ongetwijfeld in het besef dat Erasmus heel anders is dan het gros van de mensen, die aanstoot plegen te nemen aan wat zo ongeveer de vriendelijkste dienst is die men kan bewijzen. Ik zal uw naam dan ook toevoegen aan de lijst van mijn uitgelezen vrienden.
Ten aanzien van de passage waarin u een wijziging hebt voorgesteld, deel ik uw mening volledig en ik zal bij de eerste gelegenheid een correctie aanbrengen, niet zonder u eervol te vermelden.Ga naar voetnoot2. Het werk is in haast tot stand gekomen en ik had geen tijd om in een zo grote massa historische gegevens alle bijzonderheden te verifiëren. Ik ben u dank verschuldigd, waarde heer, en dat zal in nog hogere mate het geval zijn als u datgene wat u hebt gedaan, nog dikwijls zult doen. Het ga u goed.
Leuven, 7 maart 1520