De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 7. Brieven 993-1121
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1060 Aan Thomas Wolsey
| |
[pagina 182]
| |
ik het Woord als sermo in plaats van verbum weergeef - alsof Johannes in het Latijn schreef; alsof vóór mij de Zoon van God niet als sermo in plaats van verbum werd aangeduid door Cyprianus, Hilarius, Hieronymus en talloze anderen met hen; alsof sermo geen betere vertaling is van het Griekse logos dan verbum.Ga naar voetnoot2. Kan men in geleerd gezelschap iets dommers opmerken, of iets opruienders tegenover het onwetende volk? Waar blijft intussen de zoetheid van de studie waarover Hieronymus spreekt?Ga naar voetnoot3. En waar ons argeloos dartelen in de lusthof van de Schrift? Daar komt nog bij dat beide partijen intussen de vruchten van hun werk goeddeels in rook zien opgaan. Zij immers wekken in mindere mate het volk tot vroomheid op doordat zij hun persoonlijke gevoelens in de preek betrekken, die enkel over Christus hoort te gaan, terwijl mijn boeken ofwel door minder mensen, ofwel met geringer profijt worden gelezen doordat zij er het beeld van hebben vervalst, dat altijd van het grootste belang is - zozeer dat als iemand een boek van Augustinus zou lezen in de overtuiging dat het door de ketterse Pelagius was geschreven, de lectuur hem een uiterst geringe winst zou opleveren. Uwe Hoogwaardigheid bevordert daarginds de schone letteren, maar bij ons woedt nog altijd een strijd met de voormannen van de oude onwetendheid. Kon u zich maar verwaardigen ook te zorgen voor de rust van de gewijde studiën, niet alleen in Brittannië maar in de hele wereld! Dit zal gemakkelijk gaan indien Uwe Hoogwaardigheid per brief de paus aanspoort om met zijn gezag een eind te maken aan de vrijheid waarmee men elkaar in de haren vliegt. Laat iedereen luister bijzetten aan zijn eigen overtuigingen zonder die van een ander te versmaden, zoals Paulus zijn blijde boodschap verheerlijkt zonder die van Petrus af te vallen.Ga naar voetnoot4. Als de meningen op enig onderdeel uiteenlopen, moet de zaak met christelijke ingetogenheid worden behandeld, niet met duivelse grimmigheid; men moet strijden met argumenten, niet met opruiende kreten, zodat de winnaar het strijdperk verlaat met grotere roem en de verliezer met een beter begrip. Uwe Hoogheid zal een grootse zaak tot stand brengen en de christenheid een onschatbare dienst bewijzen indien u zich zult verwaardigen, zoals u reeds doet, uw gezag aan te wenden ten bate van de rust in de geleerde wereld. Hierover heb ik ook het een en ander geschreven aan de heilige vader Leo.Ga naar voetnoot5. Maar hoe weinig kunnen wij nietige mensen uitrichten! Ik heb de parafrasen van alle authentieke brieven van de heilige Paulus | |
[pagina 183]
| |
voltooid.Ga naar voetnoot6. Als ik me niet vergis, zal het werk voortleven en zo gelukkig uitpakken dat het ook genade zal vinden bij degenen die niets moeten hebben van wat Erasmus schrijft. Had ik maar de gelegenheid de fakkel van uw naam voor het werk uit te dragen! Maar het is met grote tussenpozen en niet in een enkele beweging tot stand gekomen, zodat ik de afzonderlijke delen aan verschillende personen heb opgedragen. Ik zal echter een ander, even levensvatbaar werk uitzoeken om aan Uwe Hoogheid op te dragen, want zeker is dat ik dit werk zal volhouden, ook al voel ik me dagelijks krachtelozer worden, niet zozeer door de leeftijd als door de nimmer aflatende werkdruk, of eerder nog door de weerzin tegen controverse dan door het werk, dat op zich prettig is. Het ga Uwe Hoogheid goed. Leuven, 1 februari 1519 |
|