1058 Aan Nicolas Bérault
[Leuven, 1519/1520]
Onderstaande tekst is een fragment uit Erasmus' Apologia qua respondet invectivis Lei (‘Apologie waarin hij antwoordt op de smaadredes van Lee’), verschenen in maart 1520. Erasmus verwijst in het fragment naar een niet bewaard gebleven brief van hem aan Bérault.
Eindelijk verneem ik uit een brief uit Parijs dat het boekGa naar voetnoot1. daar wordt gedrukt. Onmiddellijk stuur ik iemand daarheen met een brief voor Nicolas Bérault, waarin ik hem op het hart druk dat men vanwege deze zaak geen enkele Engelsman moet lastigvallen; dat ik alleen met Lee te maken heb en dat de rest van de natie mij zeer dierbaar is; bovendien, dat niemand tegen Lee zijn pen moet scherpen en hem beledigingen moet aandoen, ook al twijfelde ik er niet aan dat zijn boek van beledigingen zou wemelen; zij moesten er slechts voor zorgen dat ik zo snel mogelijk een exemplaar zou krijgen.