De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 7. Brieven 993-1121

[p. 109]

1024 Aan Nicolas Bérault
Leuven, 15 oktober 1519

Erasmus aan Nicolas Bérault, gegroet

Longeuil is teruggekeerd uit Engeland en heeft me jouw brief^1. overhandigd. Over dat wespennest^2. hoef jij je geen zorgen te maken. Die brief van jou^3. heeft op zeer gelukkige wijze uitgepakt, Van Dorp heeft op innemende wijze geantwoord. De theologen zijn uit eigen beweging besprekingen met mij begonnen over een vrede die vervolgens is gesloten met de afspraak dat er een streep wordt getrokken onder al het gebeurde. Van Dorp heeft zelfs in een gepubliceerde redevoering getuigd dat hij van mening is veranderd.^4. Ik heb dan ook een volledig vertrouwen in zijn standvastigheid. Met de overigen is het zo gesteld dat ik toch maar in het oog blijf houden wat ze doen. Ik zal ervoor zorgen dat ik niet van verdragsbreuk kan worden beticht, maar ik blijf op mijn hoede om niet in een onbewaakt ogenblik te worden gevloerd. Ik heb je onlangs geschreven en mijn brief,^5. samen met de redevoering van Van Dorp, via de Friese arts Augustijn^6. verstuurd. Doe de groeten aan Ruzé, Deloynes en du Ruel. Het ga je goed, zeergeleerde Bérault.

Leuven, 15 oktober 1519

1. Deze brief is niet bewaard gebleven.

2. Zie Adagia i, 1, 60; bedoeld is de universiteit van Leuven.

3. Gericht aan Maarten van Dorp; vgl. brief 1002.

4. Oratio in praelectionem Pauli (Antwerpen, 1519). Hierin verbond Van Dorp de theologie aan een humanistisch studieprogram. Zie ook brief 1044.

5. Misschien brief 1002, maar het kan ook om een later schrijven gaan.

6. Wellicht Augustijn Agge.