De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 7. Brieven 993-1121
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1012 Aan Jan van Fevijn
| |
[pagina 83]
| |
ruimte kan het in het lege Prinsenhof niet ontbreken en de genegenheid die uw neef mij toedraagt is mij niet ontgaan, om van de uwe maar te zwijgen. Aan gezelschap zal het er evenmin ontbreken, gezien de aanwezigheid van onze dierbare MarkGa naar voetnoot2 en vele anderen. Praat hierover eens bij gelegenheid met uw neef, want dit kunnen we doen zonder dat iemand hiervan enig nadeel ondervindt. Als er geen andere beletselen zijn, zullen we het over de prijs gemakkelijk eens worden; mocht er een reden bestaan waarom het niet schikt, laat me dat dan per brief weten. Intussen wens ik je het beste toe. Breng mijn groeten over aan de innemende Karel en aan je zwager Robert en zijn echtgenote.Ga naar voetnoot3. Leuven, 9 september [1517] Groet al je collega's van mij, in het bijzonder de precentorGa naar voetnoot4. en Nicolaas Fistula.Ga naar voetnoot5. |
|