De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 7. Brieven 993-1121
(2010)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd1010 Aan de lezer
| |
Erasmus van Rotterdam aan de onbevooroordeelde lezers, gegroetZeer tegen mijn zin, beste lezer, is besloten mijn vertaling van het Nieuwe Testament in druk te geven zonder het notenapparaat, dat wil zeggen, ze wordt als een naakte, weerloze prooi overgeleverd aan de kaken van de criticasters. Nu andermans inzicht of winstbejag overwonnen heeft, is de vervolgstap en het enige wat mij rest u met klem te verzoeken niet te denken, zodra u merkt dat wordt afgeweken van de vertrouwde Vulgaattekst, dat mijn nieuwe vertaling de oude hoont en verwerpt. Wat ik in de betere Griek- | |
[pagina 78]
| |
se handschriften heb aangetroffen, heb ik zo vertaald dat soms onze tekst de voorkeur krijgt boven het Grieks; in andere gevallen plaats ik de twee tegenover elkaar en laat ik het oordeel over de beste versie aan de lezer. Wel heb ik aangetoond en kan niet ontkend worden dat heel wat passages in onze handschriften bedorven zijn, andere op een duistere, dubbelzinnige of barbaarse wijze zijn vertaald en sommige tot nog toe slecht zijn begrepen. Indien u ervaart dat mijn inspanningen u helpen bij de studie van de tekst, wees dan niet mij, maar Jezus Christus dankbaar, met wiens bijstand alles tot stand komt wat wij aan goeds doen. Komt u iets tegen wat u op het eerste gezicht niet bevalt, wees dan niet overhaastig met uw kritiek. Schort uw oordeel op totdat u kennis hebt genomen van mijn aantekeningen. Wat u zeker niet mag doen is de ongehoorde schaamteloosheid overnemen van sommigen die in besloten kring en in het openbaar zaken veroordelen die zij verklaren niet te hebben gelezen. Zij zijn zelfs nog onbillijker dan Zoilus, die na zorgvuldige studie van de gedichten van Homerus op sommige passages kritiek leverde, misschien wel terecht, maar zich onthield van commentaar op het werk dat hij niet in handen had gehad.Ga naar voetnoot1. Met dichte ogen, als gladiatoren met blind vizier,Ga naar voetnoot2. halen ze uit naar een tegenstrever die ze niet kunnen zien en veroordelen ze zaken die ze niet begrijpen en niet eens willen begrijpen. En, o wonderlijke hoogmoed die gepaard gaat met onwetendheid: een werk dat de paus na zorgvuldig onderzoek waardig achtte door alle belangstellenden te worden gelezen,Ga naar voetnoot3. wordt door hen ongezien met boze uitroepen beschimpt, met name voor een ongeletterd publiek. Vanwaar deze onbillijkheid, om niet te zeggen ontaardheid, onder christenen, ja onder degenen die zich laten voorstaan op hun religieuze roeping? Maar met hen wil ik nu niet strijden. Ik richt mij tot u, lezer, u die aan de christelijke leer een waarlijk christelijke bezieling toevoegt. Is hetgeen u te lezen krijgt naar uw smaak, geniet dan, maar wees billijk als ik er niet in slaag met mijn vrome poging belangstellenden van nut te zijn. 1 september 1519 |
|