838 Aan Gerard Lister
[Leuven, ca. 26 april 1518]
Erasmus aan zijn vriend Lister, gegroet
Ik heb je gisteren geschreven via een kanunnik die dubbel kanunnik is, maar zwart.Ga naar voetnoot1. Vandaag schrijf ik weer via Gozewijn. Als het schotschrift tegen Murmellius nog niet is uitgegeven,Ga naar voetnoot2. vraag ik dringend het te onderdrukken. Von dem Busche dreigt namelijk met ik weet niet wat voor tegengeschrift.Ga naar voetnoot3. Ik zou niet graag de schurkachtige vijanden van de goede letteren dit genoegen willen doen. Het is nog niet zeker via welke weg ik Duitsland zal binnengaan, want als het mogelijk is wil ik naar Bazel toe. Ik heb HermanGa naar voetnoot4. nog niet gezien. Nève is verontwaardigd dat Gozewijn de jongeman die in een brief aan hem was aanbevolen, aan Van Dorp heeft overgedragen, want tussen hen botert het niet zo goed. Van Dorp heeft inderdaad weinig beschaafd gehandeld, om niet te zeggen erg listig. Vaarwel.
Tegen de volgende winter kom ik je, met Christus' hulp, weer eens opzoeken.