820 Aan William Gonnell
Leuven 22 april [1518]
Erasmus aan zijn vriend Gonnell, gegroet
Je geschenk was me zeer aangenaam, je vriendschappelijke brief nog meer, maar het meest nog je instelling die niets veranderd is door de lange onderbreking van onze omgang. Wil je namens mij Clement, een jonge man van grote verwachtingen, in mijn woorden waarschuwen dat hij zijn onmatige studiedrift wat tempert. Ik herinner me hoe hij zat vastgekleefd aan zijn boek. Laat hij zich vooral ervan onthouden, zoveel dat mogelijk is, 's nachts te schrijven en wanneer het misschien toch moet vanwege de aangelegenheden van de kardinaal,Ga naar voetnoot1. laat hij zich er dan aan wennen het staande te doen in rechte houding. Ik wil niet dat zijn talenten voortijdig ten onder gaan en ik wil hem liever heel houden voor de studies dan opolferen aan de zaken van de kardinaal. Vaarwel.
Leuven, 22 april 151[7]