De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd808 Aan Johann Caesarius
| |
[pagina 275]
| |
dat boek. Eerst wenste ik dat het boek niet was uitgegeven, maar toen het was uitgegeven, wenste ik dat het een andere titel had. Zij verdienen weliswaar met stevige kritiek te worden aangepakt, maar het voorbeeld is afschuwelijk, en, wat altijd het ergste is bij dergelijk bedrog, is dat, nu de schrijver onbekend is, bij allen verdenkingen de ronde doen, al naargelang ieders gissing of gevoel het ingeeft. Er waren hier zelfs mensen die dachten dat ik de schrijver van die brieven was, hoewel de namen mij niet bekend waren en ik de stijl niet zou kunnen navolgen. Vaarwel, dierbare Caesarius. Het verbaasde me dat Johann SiberchGa naar voetnoot6. hierheen kwam zonder een brief van jou. Doe de weledele graaf van Neuenahr mijn hartelijke groeten. Leuven, de dag na Pasen. In het jaar 1518 |
|