De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841

789 Aan Mark Lauwerijns
Leuven, 5 maart [1518]

Erasmus aan Mark Lauwerijns

Gegroet. Ik was van plan je te komen opzoeken tegen de vastentijd,^1. maar werd in Antwerpen opgehouden door allerlei beslommeringen. Daarna deed het slechte weer me van besluit veranderen. Maar ik zal nu, naar ik hoop, binnen een paar dagen arriveren. Ik stuur mijn bediende^2. naar Engeland die, na

1. De vasten was begonnen op 17 februari.

2. John Smith.

[p. 255]

daar mijn zaken geregeld te hebben, weldra hier zal terugkeren. Groet More en Pace die oprecht veel van je houden. Ik vraag je dringend, mijn beste Mark, mijn bediende bij te staan, zodat hij veilig Calais of Duinkerken bereikt in goed gezelschap en niet gedwongen wordt te overnachten in verdachte herbergen, of neem hem bij je thuis op of beveel hem aan bij mijn Lodewijk.^3. Kortom, behandel de jongeman als een Erasmus dierbare bediende. Zodra hij terug zal zijn, moet je mij via hem schrijven, hoewel ik denk eerder bij jou te zijn. Vaarwel, beste Mark. Groet de heer deken,^4. je broer Pieter en de andere vrienden.

Leuven, 5 maart.

3. Zie de volgende brief.

4. Jan Goetgebuer.