De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd775 Aan Johan Sixtinus
| |
[pagina 228]
| |
Over Lefèvre doen verschillende geruchten de ronde: volgens sommigen is hij bezig met een apologie, volgens anderen is hij het met mij eens. Hij moet zelf maar zien. Als hij weer begint, zal hij moeten aanvaarden wat hij verdient. Mountjoy blijft zichzelf gelijk: hij belooft of hij klaagt. De eerwaardeGa naar voetnoot6. schaamde zich niet twintig pond aan te bieden, terwijl de ander me wilde laten hopen op honderd, en ik heb al zoveel ervaring niet alleen met beloften maar zelfs met eden. Over de gezondheid van Pieter Gillis heb ik geen geruchten verspreid, maar in een brief aan More betreurde ik die: was het gerucht maar niet waar! Mijn beste Sixtinus, het is maar al te waar zodat ik me ellendig voel door het gevaar waarin hij verkeert. |
|