De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd763 Aan Mark Lauwerijns
| |
[pagina 213]
| |
tament nader ik hijgend de eindstreep. Zodra ik dat punt heb mogen bereiken, zal het een genoegen zijn de weerzin gewekt door zo zware en zo langdurige inspanning af te wissen met jouw gezelschap; niets kan aangenamer zijn. In de meest vriendelijke brieven nodigt nu eens de bisschop van Mainz, dan weer die van Utrecht of die van Luik me uit.Ga naar voetnoot2. Zij zijn me genegen, maar dat is alles. Maar ondertussen treuren de dankbetuigingen op de lege bodem van het kistje van Simonides.Ga naar voetnoot3. Vaarwel, zeer geachte Mark, en wees me zoals altijd genegen. Leuven, 14 januari 1518. |
|