De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd761 Aan Anton van Bergen
| |
[pagina 209]
| |
sterven als deze winter me niet langer leek dan een eeuw; zolang moest ik het leven van een koekoek leiden. Hoewel ik me niet zozeer in een nest bevond als in een tredmolen en wel de meest vreselijke die denkbaar is. Ik heb het Nieuwe Testament weer hernieuwd. Als Christus het begunstigt, zal het resultaat Leo x en het nageslacht niet onwaardig lijken. En hoewel ik u niet kan ontmoeten, ontbreekt het me toch niet aan iemand die u in zeker opzicht vertegenwoordigt. Want Anton, de zoon van uw broer, bevindt zich hier, die niet minder door zijn zachtmoedig karakter dan door zijn naam aan u doet denken en uw evenbeeld is. De toorn van alle muzen mag over mij komen als daarbij iets gelogen is of vleierij is. De jongeman wekt door zijn bijzondere aanleg hoge verwachtingen; en, wat zelden gebeurt onder fortuinlijke mensen, hij is een groot liefhebber van de schone letteren en om de letteren is hij ook mij genegen. Hij komt geregeld bij me op bezoek, hij bewondert mijn bibliotheek. Gisteren stuurde hij me twee wildpasteien, met een zo elegant briefje erbij waaruit zoveel vriendelijkheid sprak dat het me veel meer genoegen deed dan het wild. Gelukkig de letteren als zij dergelijke grootheden beginnen te behagen, ja, gelukkig de stambomen van de aanzienlijken als zij aan de schittering van hun geslacht de luister van de literatuur toevoegen. Het geluk van de wereld hangt bovenal af van dit punt, of vorsten zich het meest bekommeren om de hoogste waarden. De paus trekt aan, eert en verheft wat zich waar ook bevindt aan bijzonder talent. Ik weet en erken dat ik niets ben vergeleken met geleerde mannen, en toch, omdat ik een zekere naam heb geleerd te zijn, verkregen met mijn werken, werd ik de laatste keer in Engeland door de koning met de grootste vriendelijkheid verwelkomd en bood hij me een niet te versmaden positie aan. Verwelkomd werd ik door de kardinaal van York,Ga naar voetnoot2. niet zonder onderscheid vriendelijk en toegankelijk. Onlangs schreef de bisschop van UtrechtGa naar voetnoot3. me twee keer, laatst die van Luik,Ga naar voetnoot4. dreigend dat hij naar mij toe zou komen als ik hem niet wilde opzoeken. De aartsbisschop van MainzGa naar voetnoot5. schreef eigenhandig een volledige brief op, om nog duidelijker zijn belangstelling voor mij te te laten blijken. De bisschop van BazelGa naar voetnoot6. nodigde me uit zijn gebied met hem te delen. En ik vrees met grote vreze dat de katholieke koningGa naar voetnoot7. me bisschop maakt van Indië. Maar zonder grapjes, ik ben innig verheugd dat de allergrootsten van deze gezindheid zijn, | |
[pagina 210]
| |
niet om mezelf, maar om allen; als zij volharden, zal het met de mensheid veel beter gesteld zijn. De abt van Saint-AmandGa naar voetnoot8. bevindt zich hier, met mij een beschermeling van uw zeer geachte broer Hendrik zaliger gedachtenis. Degene die u deze brief brengtGa naar voetnoot9. is een niet minder geleerd theoloog dan de anderen, maar minder arrogant, een integer, vriendelijk en opgewekt man. Hij heeft een beneficie gekregen in E.Ga naar voetnoot10. door nominatie, zoals men tegenwoordig zegt. Hij heeft het al enige maanden in bezit; hij is tot overeenstemming gekomen met degene aan wie u hetzelfde beneficie had geschonken, mits hij uw instemming krijgt. Hij wil de tijd en moeite die hij kwijt zou zijn aan processen liever besteden aan nuttiger zaken. Het is billijk deze universiteit in het bijzonder te begunstigen, zij het omdat ze van onze streek is, zij het omdat ze althans op dit moment de bloeiendste is van alle, zij het omdat zij u ooit koesterde en voedde en nu uw twee neven voedt.Ga naar voetnoot11. Uwe Hoogheid zal weinig hinder ondervinden van nominaties, u zult er met een of twee afkomen: met des te minder bezwaar schenkt u, voortreffelijke voedsterling, deze gunst aan uw voortreffelijke voedster. Bovendien, Theodoricus is een zodanig iemand dat u, als u de man zou kennen, geen ander dit beneficie, al wat het is, liever zou willen schenken. U zult een betrouwbare en dankbare schuldenaar hebben. Ik zou me graag borg voor hem stellen, als ik al niet al lang zozeer de uwe ben, dat ik niet méér verplicht aan u kan zijn dan ik ben. Hij is zeer hoopvol gestemd wegens uw vriendelijkheid, door iedereen geprezen, door velen ook ondervonden. Dat ook hij die in hogere mate mag ondervinden, dat is wat ik van u vraag. Ik stuur u de apostel Paulus die de taal van Rome spreekt, veel duidelijker dan gewoonlijk.Ga naar voetnoot12. Er wordt hier krachtens het legaat van Busleiden een drietalig college gesticht. Maar sommige mensen protesteren, die liever tweetalig blijven, zoals ze zijn; oude papegaaien, die geen hoop hebben van taal te veranderen. Vaarwel, voortreffelijkste onder de beschermheren. Leuven, 14 januari 1518, vanuit de Lelie |
|