De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 5. Brieven 594-841
(2008)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd757 Aan Erard de la Marck
| |
[pagina 205]
| |
mezelf dubbele ouderdom en aftakeling op de hals. Ik heb me stellig voorgenomen dat ik de taak die ik op me genomen heb ofwel niet overleef, ofwel zodanig uitvoer dat ze Leo x en het nageslacht waardig zal lijken. Ik ben nu al zo ver gevorderd dat ik weliswaar nog op volle zee te kampen heb met de golven, maar toch langzamerhand in de verte de haven opdoemt. Als Christus zorgt voor een gunstige bries, zal ik daar voor het begin van de vastentijd landen. Dan zal ik, met beter weer en minder belaste geest, naar u toesnellen, zeer eerwaarde vader, als voorbode van de zwaluwen en ooievaars. Als u zelfs dat uitstel niet toestaat, zal ik komen aanvliegen, met verachting en achterstelling van alles. Maar ik heb over dit alles uitvoeriger geschreven aan de zeer geachte Paschasius,Ga naar voetnoot4. die in vele opzichten succesrijk is, maar die ik toch vooral feliciteer met het feit dat hij in de gunst staat van een niet minder welwillend dan machtig vorst. Moge de goede en almachtige God u in ons belang zo lang mogelijk behoeden en bewaren temidden van alle mogelijke voorspoed. Leuven, de dag na Driekoningen 1518. Erasmus, zeer toegewijd beschermeling van Uwe Excellentie. |
|